Vlinders Pagina.
Vlinders zijn de mooiste een meest geliefde van alle insecten. Dat kan ook
niet anders met zulke prachtige kleuren en vormen. In Nederland komen veel
verschillende vlindersoorten voor. Op deze pagina vindt u een greep uit deze
soorten rijkdom. Deze pagina is dan ook verre van kompleet. Vlinders beginnen
hun leven niet als gevleugeld insect. Een volwassen vlinder legt eitjes waaruit
rupsen komen. Deze rupsen leven van planten. Om te kunnen groeien moet een rups
vervellen want hun huid groeit niet mee. Bij elke vervelling krijgt de rups als
het ware een nieuwe jas die groter is als de vorige. Als de rups groot genoeg is
volgt er een laatste vervelling. De huid scheurt open maar in plaats van een
nieuwe rupsen jas zit er dit keer een pop onder de oude huid. Aan de buitenkant
van een pop zie je vaak de vleugels, antennes en poten al zitten. In de pop
vindt de grote verandering van rups naar vlinder plaats. De organen worden
opnieuw gerangschikt en aangepast voor het eten van nectar. De kaken van de rups
maken plaats voor de roltong en de lichaamscellen van de rups worden
gerangschikt naar de contouren van de pop. De pop fungeert daarbij als een soort
mal om de vlinder te vormen. Als de nu volwassen vlinder uit de pop komt dan
zijn zijn vleugels nog korte verfrommelde stompjes. Om te kunnen vliegen pompt
de vlinder bloed in de nog weke vleugels om ze zo hun vorm te geven. Na het
uitharden van de vleugels is de vlinder klaar om te vliegen.
Vlinders komen op alle plaatsen in Nederland voor. Van uw balkon in de
drukke stad tot diep in een moeras. Veel vlinders zijn speciaal aangepast om in
een specifiek biotoop te leven. Een vlinder die het goed doet op de hei zal het
meestal niet kunnen overleven op een weiland en andersom. Dit komt omdat
vlinders hun eieren op speciale planten leggen. De rupsen leven dan alleen van
die plant. Sterft die plant uit dan verdwijnt ook de vlinder. Door het
verdwijnen van natuur aan de landbouw, industrie, huizenbouw en wegenbouw.
En de vervuiling als gevolg van meststoffen en uitlaatgassen. Staan veel
vlindersoorten onder druk. Menig vlinder staat op de rode lijst of staat op de
rand van uit sterven. Dit komt omdat vlinders een gezond eco systeem nodig
hebben. Een vlinder maakt verschillende stadiums door die elk aparte aandacht
vragen. Is de waardplant voor de rups voldoende aanwezig? Zijn de
omstandigheden veranderd? Hoe is het weer in de vliegtijd van de vlinder? Veel
natuur organisaties proberen met beheers ingrepen zoals bijvoorbeeld het
verhogen van de waterstand in een bepaald gebied. Of door begrazing of kappen
van verwilderde gebieden het biotoop gunstiger te maken. Probleem daarbij is dat
het erg lastig is om te overzien wat dergelijke ingrepen doen op andere stadiums
van de vlinder. Als je open stukken in het bos kapt om de vlinders te laten
vliegen maar daarbij ook veel van de waardplant weg snoeit levert het weinig op.
Een ander probleem is dat natuurgebieden verspreid liggen door Nederland. Vaak
liggen die als eilandjes in een zee van verstedelijking en industrie. Daardoor
zijn vlinder populaties vaak van elkaar gescheiden. Vlinders oriënteren zich
langs bosranden of struiken. De meeste vlinders hebben problemen met grote open
ruimtes. Hun ogen zijn niet gemaakt om in de verte te kijken. Daardoor kunnen ze
andere gebieden die soms maar op een paar kilometer afstand liggen niet
bereiken. Soms zijn er dan te weinig individuen in zo'n gebied om de soort in
stand te houden.
Klik op een foto voor een vergroting. Gebruik de terug knop van uw browser
om een andere foto te kiezen.
Blauwtjes (Lycaenidae)
--------------------------------
Boomblauwtje (Celastrina argiolus)
Het Boomblauwtje is een van de meest algemeen voorkomende Blauwtjes. Het
vlindertje komt vrijwel overal voor waar er structuur in het landschap is.
Bosranden, struikgewas, tuinen en parken zijn het biotoop van het Boomblauwtje.
U zult er nooit meer dan een handvol tegelijk aantreffen. Meestal nog alleen als
een vlindertje dat telkens even door de tuin komt fladderen. Structuur is iets
wat op de bovenste foto's misschien afwezig lijkt. Een kanaal bied nauwelijks
beschutting maar de vegetatie er langs is dik en rijk aan bloemen. Dit exemplaar
kon de verleiding duidelijk niet weer staan. Wat dan ook een bijzonder plaatje
op leverde.
--------------------------------
Het vrouwtje van het Boomblauwtje is te herkennen aan de zwarte tekening op
de bovenvleugel. Zoals die op de middelste foto is te zien. Maar de vlinder ziet
u nog het meest met gesloten vleugels wat het herkennen van man en vrouw veel
lastiger maakt. Het mannetje is aan de bovenkant geheel blauw. Het vrouwtje legt
haar eitjes op de bloemen en zaden van verschillende planten, zoals
Kardinaalsmuts, Hulst, Braam, Struikhei en Dophei. Vooral Klimop is erg in trek.
Eerst voeden de rupsen zich met bloemknoppen en zaaddozen. Later eten ze ook
jonge blaadjes. Ze overwinteren als pop. Het Boomblauwtje vliegt in twee
generaties. De zwarte tekening van het vrouwtje is in het voorjaar iets minder
groot als bij de tweede zomergeneratie later in het jaar. Het vrouwtje op de
middelste foto is van de tweede generatie.
Bruin Blauwtje (Aricia agestis)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Bruin Blauwtje is een echte nomade die al zwervende op geschikte plekjes
terecht komt. Deze vlinder houd van droge zanderige plekjes waar zowel de
waardplant als nectarplanten aanwezig zijn. Hierboven het mannetje van het
Bruin Blauwtje. Hij is te herkennen aan de oranje vlekken langs de rand bovenop
de voorvleugel. Deze lopen niet helemaal naar boven toe door wat bij het
vrouwtje hieronder wel zo is. Mannetjes bezetten een plek rond de waardplant
meestal dezelfde als waar ze als rups van hebben gesnoept. Deze wordt fel
verdedigd tegen mannelijke soortgenoten. Er vliegen twee generaties per jaar.
--------------------------------
Het vrouwtje hierboven valt op door de grote oranje vlekken bovenop de
vleugels. Anders als bij het mannetje lopen de vlekken op de voorvleugel geheel
naar boven door en zijn ze volledig gevormd. Het vrouwtje legt haar eieren op
Geranium soorten en Zonneroosje. Het vrouwtje maakt daarbij grote omzwervingen
op zoek naar deze planten. Populaties zijn klein met vaak maar enkele
individuen. Deze populaties ontstaan vaak spontaan als een vrouwtje zo'n plekje
vind. De hieruit komende vrouwelijke vlinders zwerven weer uit opzoek naar
nieuwe gebieden. De mannetjes blijven ter plaatsen en hopen dat een vrouwtje
vanuit een naburige plek ze bezoekt om te paren en eitjes te leggen. Dit
voorkomt inteelt maar maakt populaties kwetsbaar. Als geen nieuwe vrouwtjes deze
plek weten te vinden gaat deze lokale populatie ten gronde. Echter het is
mogelijk dat in de jaren daarna er weer een vrouwtje het plekje vind om de
cyclus weer te starten. Dit maakt deze vlinder zeer dynamisch en het vinden
ervan vaak een leuke verassing.
--------------------------------
Het feit dat het Bruin Blauwtje tot de Blauwtjes behoord wil niet zeggen dat
deze daadwerkelijk blauw hoeft te zijn. Zowel het mannetje als het vrouwtje van
het Bruin Blauwtje zijn bruin. Het Bruin Blauwtje wordt nog al eens verward met
het vrouwtje Icarusblauwtje. Het verschil tussen beide soorten is het best te
zien als de vlinder met gesloten vleugels zit. Het Bruin Blauwtje mist een
zwarte stip dichtbij de vleugel basis van de voorvleugels. Bij het
Icarusblauwtje zit er meestal wel "soms niet" een stip. Een ander kenmerk is dat
van bovenaf gezien de witte franje rond de vleugels met zwarte streepjes is
onderbroken. Ook zijn de oranje vlekken van bovenaf gezien zeer duidelijk.
Dwergblauwtje (Cupido minimus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Update 2009: Zes nieuwe foto's van het Dwergblauwtje.
--------------------------------
Het Dwergblauwtje is een heel klein vlindertje en doet zijn naam alle eer
aan. Met gesloten vleugels past hij op de vingernagel van uw pink. Het
Dwergblauwtje wordt als zwerver af en toe gezien in Nederland. Soms ontstaat er
een kleine populatie maar daar maken we met de grasmaaier in Nederland vlug een
eind aan. Om foto's van deze vlinder te kunnen maken ben ik naar België geweest.
Ze houden van warme kalkrijke plekjes met veel kleine vlinderbloemige planten.
Het Dwergblauwtje vliegt in één lange doorlopende generatie vanaf begin mei tot
eind augustus. In juni en juli vliegen de meeste vlinders.
--------------------------------
De Dwergblauwtjes hier boven op de foto's zijn mannetjes. Ze hebben aan de
basis van de bovenvleugels een blauwe bestuiving. Het lijkt net of het er als
korrels zout op gestrooid is. De vrouwtjes moeten deze versiering missen en zijn
geheel bruin. Dit vlindertje heeft pit! De mannetjes bezetten een plekje dat ze
fel verdedigen tegen rivalen en andere vlinders. Ook vlinders die vele male
groter zij zelf zijn worden weggejaagd. Treffen ze op een mannelijke soortgenoot
dan vliegen de ruzie zoekende vlinders pijlsnel meters hoog de lucht in. Op de
linker foto kunt u zien hoe klein hij is. Let op de grote van de grassprieten en
hoe hij er aan het uiteinde op zit.
--------------------------------
Hierboven het vrouwtje als waardplant dient Wondklaver en andere kleine
vlinderbloemige planten. De eitjes worden één voor één gelegd op de ontluikende
bloemen. De rups krijgt bezoek van verschillende mieren soorten. Ze overwinteren
als rups. De pop wordt gevormd tegen een blaadje of steeltje.
Gentiaanblauwtje (Phengaris alcon)
De oude wetenschappelijke naam was (Maculinea alcon)
Update 2009: Een vers Gentiaanblauwtje zoals hierboven bezit een dikke vacht.
De vlinders ondergaan een flinke verandering naar mate ze ouder worden. Het
achterlijf verlengd en wordt kaal. Hieronder kunt u dit goed zien.
--------------------------------
Genoemd naar de plant waarmee dit vlindertje onlosmakelijk is mee verbonden.
Komt het Gentiaanblauwtje enkel voor waar Klokjesgentiaan groeit. Dat is veelal
op natte schrale heide. Ze lijken veel op het Pimpernelblauwtje en ook de leef
wijze is vrijwel gelijk. Alleen de waardplant verschilt. Het is enkele zomers
erg heet en droog geweest in Nederland en het Gentiaanblauwtje heeft daar flinke
klappen van gekregen. Niet direct de vlinder als wel het Klokjesgentiaan. Dat
heeft vochtige omstandigheden nodig om goed te groeien en bloeien. Als de heide
verdroogt nemen grassen en andere planten de plaats in van het Klokjesgentiaan.
Het Gentiaanblauwtje heeft dan geen goede leefomgeving meer. Links op de foto
een verse vlinder met een dikke vacht. Op de foto midden en rechts een oudere
vlinder met wat minder haar.
--------------------------------
Het Gentiaanblauwtje is een zeer gespecialiseerde soort. Het vrouwtje zoals
op de foto's hierboven te zien is. Legt haar eitjes één voor één op de knoppen
van het Klokjesgentiaan. De rups eet zich vanuit het eitje de bloem in. Daar
voed het zich met het voedingsrijke vruchtbeginsel. Na een korte vegetarische
periode laat de rups zich op de grond vallen om te worden meegenomen door
mieren. De rups leeft als een parasiet in het mierennest en doet zich te goed
aan de mierenlarven. De mieren voeden de rups zelf ook deze heeft totale
controle over de mieren door het afscheiden van geurstoffen en honingdauw. De
verpopping vind ook in het mierennest plaats en als alles goed gaat komt daar
begin juli de eerste vlinder uit. Maar er loert een gevaar in de vorm van een
sluipwesp. Deze dringt het mierennest binnen aangelokt door de geur van de
rupsen. De mieren proberen dit te verhinderen maar ook de sluipwesp doet aan
chemische oorlogsvoering. Ze verspreid een stof die de mieren tijdelijk
krankzinnig maakt waardoor ze elkaar aanvallen. Van deze paniek maakt de wesp
gebruik door in elke rups die ze in het nest tegenkomt een eitje te leggen. De
larve van de sluipwesp eet de rups van binnenuit op. De vitale organen worden
als laatste na de verpopping van de rups geconsumeerd. Aan de buitenkant is van
dit alles niks te zien. Uit de pop komt geen volgroeide vlinder maar een nieuwe
sluipwesp. Klaar om een nieuwe lichting rupsen te infecteren.
--------------------------------
Het Gentiaanblauwtje is een zwerflustige vlinder. Vooral de vrouwtjes kunnen
grote afstanden afleggen opzoek naar Klokjesgentiaan. Dit is vooral handig om de
de lokaal aanwezige sluipwespen te ontlopen. Helaas liggen in Nederland de
plekken waar het Klokjesgentiaan groeit erg ver uit elkaar. Vlinders die niet
ter plekke eitjes afzetten kunnen als verloren worden beschouwd. Ook menselijk
ingrijpen maakt het de vlinder niet altijd gemakkelijk. Op de plek waar deze
foto's zijn gemaakt waren boompjes gesnoeid en deze waren bovenop de
groeiplaatsen van het Klokjesgentiaan gegooid. Ook lopen er grote grazers rond
die de grond plattrappen rond natte plekken hierdoor gaat veel Klokjesgentiaan
verloren. Er vlogen die dag aardig wat vlinders vooral vrouwtjes opzoek naar
Klokjesgentiaan. Helaas waren er maar weinig plantjes aanwezig. De vlinders
waren over een groot gebied verspreid maar daar groeide dit plantje niet. Op de
foto's hierboven de eitjes van het Gentiaanblauwtje op de bloemknoppen van het
Klokjesgentiaan. Ze zijn helder wit met een klein gaatje in het midden.
Heideblauwtje (Plebejus argus)
De oude wetenschappelijke naam was (Plebeius argus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Heideblauwtje komt vooral voor op heidevelden met Dopheide wat de
waardplant van dit kleine vlindertje is. De tekening van de vleugels is
prachtig en beschikt over een intense kleurenpracht. Dit vlindertje was
waarschijnlijk vers uit de pop want hij is werkelijk puntgaaf.
--------------------------------
Het vlindertje links en midden is dezelfde als op de andere foto's. Hij was
zeer mak en liet zich van alle kanten goed bekijken. Toen hij op mijn vinger
kwam zitten en zijn vleugels opdeed kon mijn dag niet meer stuk. Vergeleken met
mijn vinger ziet u goed hoe klein dit vlindertje is. Meestal zijn vlinders
lastig te benaderen en erg alert op bewegingen in hun directe omgeving. Maar
soms zoals hier tref je een hele tamme vlinder aan die alles wel best vind en je
compleet negeert. Je bent dan een onderdeel van het landschap waarbij een vinger
prima als takje dienst kan doen.
--------------------------------
Het vrouwtje dat nog kleiner is als het mannetje. Is van boven bruin met vage
oranje en zwarte vlekjes langs de ondervleugelrand. Ze legt de eitjes onderop de
struikjes Dopheide waar het eitje overwinterd. In het voorjaar komt het uit en
de rups leeft van het verse groen. Daarbij kan hij rekenen op de steun van de
lokaal aanwezige mieren. Zij bezoeken hem regelmatig voor een zoete afscheiding.
In ruil daarvoor verdedigen ze deze levende suikerpot en mag de rups verpoppen
in de gangen van het mierennest. De rups is geheel vegetarisch en hij laat de
mieren eieren en larven dan ook met rust. Hier is dus sprake van eerlijke
ruilhandel wat lang niet bij alle Blauwtjes het geval is.
Icarusblauwtje (Polyommatus icarus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Op de bovenstaande foto's staat een mannetje van het Icarusblauwtje. Het
Icarusblauwtje leeft in graslanden en houd van vlinderbloemigen planten zoals
verschillende Klaver soorten. Ook de rupsen leven van hiervan. De rups heeft een
relatie met mieren. Ze scheidt een zoete stof af waardoor de mieren haar in ruil
beschermen. De halfvolgroeide rups overwinterd in de strooisellaag. Hier vindt
ook de verpopping plaats. Het Icarusblauwtje vliegt in twee soms drie in elkaar
overgaande generaties.
--------------------------------
Nogmaals het mannetje zijn blauwe bovenkant is schitterend van kleur. Op de
linker foto twee mannetjes naast elkaar. Ook op dezelfde foto een vrouwtje
Bruin Blauwtje let op de zwarte streepjes die doorlopen in de witte franje.
Alleen het Bruin Blauwtje heeft dit. Op de middelste prikkelbare foto het
vrouwtje. Het Icarusblauwtje is een algemene vlinder maar loopt in aantal sterk
terug. Veel dijken en wegbermen worden zeer intensief gemaaid waardoor de rupsen
en poppen omkomen. Op sommige plaatsen houd men hier tegenwoordig rekening mee
en past men het maai beleid aan. Maar op de meeste plaatsen zie je dat er met
steeds zwaarder materieel gemaaid wordt waardoor de vlinder geen kans krijgt.
Update 2014: Dit voorjaar stonden de meeste wegbermen er prachtig ruig bij.
Fluitenkruid, Koolzaad en Wilde Margriet groeide en bloeide volop. Op veel
plekken werd slechts een metertje van de kant met bosmaaiers gemaaid om de
reflectorpaaltjes vrij te houden. Maar helaas na dit goede begin wordt de rest
nu ook in rap tempo gemillimeterd. Het gras wordt afgevoerd dus duidelijk
economische motieven. Voor het beheer van wegbermen is het totaal onzin om meer
als een meter uit de kant te maaien. Om bomen en struiken geen kans te geven
volstaat het om eens in de twee a drie jaar te maaien en dan liefst niet gelijk
de hele polder plat. Maai elk jaar een stukje en laat de rest met rust. Wegen
kunnen de groene verbinding vormen tussen veelal geïsoleerde natuurgebieden. Uit
Engelse studies blijkt dat de landbouw profiteert van de vele bestuivers die er
in huizen en naast de wegberm ook de gewassen van de boeren bevruchten. Ook de
gevreesde "onkruid en plagen" druk richting de landbouw percelen blijkt erg mee
te vallen.
--------------------------------
Het vrouwtje van het Icarusblauwtje kan van boven geheel bruin zijn zoals op
de middelste foto. Ze is iets kleiner als het mannetje. Ze legt haar eitjes in
de bloemhoofdjes van verschillende Klaver soorten. De rupsen leven van de
bloemen en vruchtbeginsels later worden ook de bladeren gegeten.
--------------------------------
Hierboven een vrijwel geheel blauw vrouwtje van het Icarusblauwtje ze kwam in
de tuin op een zonnige dag op 27 oktober 2005. Ze zit met haar vleugels wijd uit
om de zwakke zonnestralen maximaal op te vangen. Het Icarusblauwtje kan als het
weer mee zit nog erg laat vliegen maar om er zo laat een in de tuin aan te
treffen was ook voor mij een grote verassing.
--------------------------------
Links een vrouwtje met half blauw bestoven vleugels. Deze variant zult u het
meeste aantreffen. Op de rechter foto twee Icarusblauwtjes tijdens de paring.
Het mannetje zit links het vrouwtje rechts. Het vrouwtje heeft een meer
bruinachtige gloed onderop haar vleugels en is wat kleiner als het mannetje.
Klaverblauwtje (Cyaniris semiargus)
De oude wetenschappelijke naam was (Polyommatus semiargus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Update 2010: Verleden jaar heb ik helaas geen exemplaren kunnen vinden op de
voor mij bekende plek. Maar in de buurt daarvan zitten gelukkig ook enkele
populaties van het Klaverblauwtje. En deze doen het verrassend goed. Wat vooral
te danken is aan een wat terughoudender maai beleid. De vegetatie mag echter nog
veel ruiger worden! Ook de voorjaars maai beurt mag achterwegen blijven. Nieuw
groen overwoekerd vanzelf de oude dorre planten waaraan zoveel rupsen en poppen
de winter hebben door gebracht. Hopelijk zet deze trend door en worden ook de
diertjes onder de een meter hoog en zonder vier poten tot natuur gerekend. Links
op de foto een mannetje Klaverblauwtje snoepend van zouten en mineralen op een
wandelpad. In het midden en rechts een vrouwtjes Klaverblauwtje.
--------------------------------
Update 2008: Ook dit jaar ben ik weer opzoek gegaan naar dit mooie vlindertje
maar er was helaas weinig te zien. Ik kon slechts drie mannetjes vinden normaal
zeker twintig. De plek waar de vlinder huist is gemaaid en de waardplant
verdwenen. Ook een tweede plek was gemaaid de grote grasrollen lagen er nog.
Maaien bevordert maar één soort plant en dat is gras. Tijdens het maaien worden
de bladeren afgesneden maar vanuit het hart dat laag bij de grond zit en buiten
het bereik is van de messen komen weer nieuwe bladeren. Deze groeien extra goed
door het vele licht dat er na het maaien opvalt. Hierdoor krijgen bloemen en
kruidachtige planten geen kans. Deze groeien vanuit de top van de plant. Tijdens
het maaien worden die afgesneden en vaak sterft de plant dan. Ook krijgen ze zo
geen kans om te bloeien en zaad te produceren voor het volgende jaar. Veel
kruidachtige planten zijn twee of zelfs meerder jarig. Eerst is er een vegatief
stadium. In het tweede jaar volgt het generatieve stadium de bloeiwijze. Een
maai beurt maakt deze cyclus kapot en het herstel dat dus meerdere jaren duurt
krijgt door het vlug groeiende gras geen kans. Dat vult direct de lege plekken
op. Heel netjes en strak maar vooral monotoon en zonder al die mooie bloemen en
vrolijke fladderaars.
Als alternatief wordt er steeds meer gebruik gemaakt van grazers schapen,
paarden of koeien. Echter ook dit pakt verkeerd uit. De dieren zitten meestal op
kleine percelen die zeer intensief begraast worden waardoor alles wordt
opgegeten. Het resultaat is een kale gele vlakte waar ook het gras weer als
eerste van profiteert omdat het slechts een jaar nodig heeft om tot wasdom te
komen. Een ander probleem is dat de dieren de grond vertrappen en daardoor de
bodemstructuur kapot maken. De dieren zijn namelijk niet vrij en lopen daardoor
vaak over hetzelfde stukje grond. Wat in een keiharde plaat verandert. Tenslotte
is er nog de mest van de dieren die de bodem verrijkt. Veel kruidachtige planten
gedijen op een schrale bodem met weinig voedingsstoffen. Gras daarin tegen
profiteert dubbel van de extra voeding en het uitschakelen van andere
concurrerende planten. Het argument voor begrazing is dat het snel resultaat
levert en een beetje mode is want het staat leuk zo'n kudde op een perceel. Maar
over het resultaat heb ik zo mijn twijfels.
Beter zou zijn om gedeeltelijk vijf centimeter van de toplaag te verwijderen.
Op nieuwbouw locaties ziet u op de bouwrijp gemaakte grond de meest prachtige
bloemenvelden ontstaan. Deze gaan verloren zodra er met de bouw wordt begonnen
maar ze laten wel zien hoe goed en snel het resultaat kan zijn. Uiteraard mag
deze manier nooit op een reeds bestaande vliegplaats gebruikt worden omdat deze
dan verloren gaat. Daarom altijd vlak in de omgeving toepassen en met mate niet
alles in één keer. De vlinders zullen dan mits geschikt het nieuwe veld snel
bevolken vanuit de reeds bestaande locatie.
--------------------------------
Het Klaverblauwtje is zeer zeldzaam. Dat komt door de zeer speciale eisen die
dit blauwtje stelt qua waardplant en mierensoort. Beide moeten op de vliegplaats
aanwezig zijn wil het Klaverblauwtje er kunnen gedijen. Binnen de Blauwtjes
komen meer van deze extreem gespecialiseerden soorten voor. Wat ze natuurlijk
erg kwetsbaar maakt mocht er wat met de gebieden gebeuren. Een keertje verkeerd
maaien en alles is weg... "Dat is dus gebeurt zie tekst hierboven." De rechter
foto toont een mannetje de foto is gemaakt op 22 oktober 2006 en de vlinder is
vers! Met open vleugels lijkt hij veel op het Icarusblauwtje. Bij het
Klaverblauwtje zijn de aderen in de vleugels zwart. Terwijl ze bij het
Icarusblauwtje blauw zijn. Op de linker foto een mannetje met dichte vleugels.
Anders dan het Icarusblauwtje heeft hij geen oranje stippen onderop de vleugels.
Daarnaast zijn er nog een paar verschillen maar die kunt u het beste zien met de
hier getoonde foto's van de twee soorten.
--------------------------------
Het vrouwtje van het Klaverblauwtje heeft geheel bruine bovenvleugels. Als de
vlinder stil zit met gesloten vleugels dan heeft het vrouwtje een bruine glans
het mannetje een blauw zilveren. Te zien is een vrouwtje dat een eitje legt op
de net ontluikende bloemen van Rode Klaver de waardplant van het Klaverblauwtje.
Deze plant is algemeen maar om de een of andere rede komt het Klaverblauwtje
maar zeer lokaal voor. De rups leeft eerst van de bloemen later snoept hij ook
van de bladeren. Daarbij krijgt hij bezoek van mieren. De pop vormt zich los op
de grond. Er zijn twee tot drie generaties per jaar. In 2006 kwam ik zelfs half
oktober nog verse vlinders tegen.
--------------------------------
Hierboven weer het vrouwtje. Op de middelste en rechter foto zit ze op
Aardaker. 's Ochtends zijn de ontwakende vlinders hier vaak op te vinden. Ik
vermoed dat deze plant ook een rol speelt in de verspreiding van deze vlinder.
Aardaker komt veel minder algemeen voor als de Rode Klaver. Het zou mogelijk
kunnen verklaren waarom deze vlinder maar zo lokaal aanwezig is. Veel vlinders
hebben zeer complexe en ingewikkelde relaties met andere planten of dieren. De
balans daar tussen kan zeer kwetsbaar zijn.
Pimpernelblauwtje (Phengaris teleius)
De oude wetenschappelijke naam was (Maculinea teleius)
Het Pimpernelblauwtje is een in Nederland geherintroduceerde soort nadat deze
in 1990 was uitgestorven. Het is het grootste in Nederland voorkomende blauwtje.
De vlinder heeft een innige relatie met zijn waardplant de Grote Pimpernel.
De vlinders drinken vrijwel uitsluitend nectar van deze plant. Het vrouwtje legt
haar eitjes op bloemen van deze plant wat te zien is op de rechter foto. De
rupsen zijn maar kort vegetarisch. Na twee a drie weken laten ze zich op de grond
vallen om meegenomen te worden door mieren. De mieren worden verleid door een
zoete stof hierdoor eten de mieren de rups niet op maar geven hem onderdak in
hun nest. Hiermee roepen ze echter het noodlot over zich af omdat de rups zich
te goed doet aan de larven van de mieren. Het Pimpernelblauwtje is zeer honkvast
en legt hierdoor een zware last op de aanwezige mierennesten. Omdat de vlinder
hiervan afhankelijk is kan de vlinder ten onder gaan aan zijn eigen succes mocht
de populatie te groot worden. In het beheer van deze vlinder moet er dan ook
zoveel mogelijk naar gestreven worden de mieren in het gebied te ondersteunen.
--------------------------------
Op de linker foto een mannetje en vrouwtje van het Pimpernelblauwtje. Het
vrouwtje is de linker vlinder. Het mannetje rechts met de antennes recht omhoog.
Doet zijn best indruk te maken maar zij negeerde hem. Op de foto rechts
hetzelfde vrouwtje nu zonder het mannetje die een bloem verderop is gaan zitten.
--------------------------------
In het jaar 2007 pakte het nieuws groot uit met berichten dat het
Pimpernelblauwtje zou zijn weggemaaid. Het gaat hier echter alleen om een plek
langs een vaart waar een verdwaald exemplaar was gezien. Op deze plek groeit
echter de waardplant de Grote Pimpernel en dus had het kans om door het
Pimpernelblauwtje te worden bevolkt. Het maaien hiervan was zonde maar gelukkig
niet rampzalig. De eigenlijke plek waar de vlinder huist is onaangetast. De twee
bovenste foto's laten zien dat het Pimpernelblauwtje er nog steeds vrolijk
rondvliegt. Echter ook dit veld is in het verleden een keer in de vliegtijd
gemaaid. Hopelijk wordt er lering uit getrokken en kan in de komende jaren de
vlinder alsnog de oversteek maken en zijn leefgebied uitbreiden. Naast Grote
Pimpernel komen er op de vliegplaats van het Pimpernelblauwtje nog vele andere
bloeiende planten voor. De vlinders gebruiken deze niet voor de ei afzet. Van de
nectar wordt echter graag gesnoept. Hierboven zit een vrouwtje van het
Pimpernelblauwtje. Het mannetje is van boven geheel lichtblauw. De zwarte
vleugelrand is veel dunner met daaruit zwarte streepjes die een stukje de
vleugeladeren volgen.
Donker Pimpernelblauwtje (Phengaris nausithous)
De oude wetenschappelijke naam was (Maculinea nausithous)
Het Donker Pimpernelblauwtje is samen met het Pimpernelblauwtje hier boven
in 1990 herintroduceerd. Door veel langs elkaar heen werkende instanties en
enkele beheers blunders komt daar nu alleen nog het Pimpernelblauwtje voor. Alle
begin is moeilijk en gelukkig wordt er ook wel van geleerd. De natuur staat zelf
ook niet geheel buiten spel en geheel onverwacht is een paar jaar geleden
spontaan een kleine populatie Donker Pimpernelblauwtje ontstaan langs een drukke
N weg nog wel. In de berm daarvan groeit de waardplant Grote Pimpernel en er
komt de voor deze vlinder benodigde Rode Steekmier voor. Het Donker
Pimpernelblauwtje is er echter niet bij toverslag gekomen. Een of meerdere
vlinders zijn vanuit Duitsland naar deze plek gevlogen. Nu is er echter het
probleem dat wegbermen in Nederland meestal worden gemaaid. Zeker de bermen
langs drukke wegen met reflector paaltjes. Daarbij gaan dus zowel de waardplant
als de vlinder door de maai machine. Nu hebben bij deze locatie
natuurbescherming en lokale overheden de handen ineen geslagen om te zorgen dat
dit niet gebeurt. Er wordt nu een strook van een meter weg gemaaid zodat de
meeste planten blijven staan. Nog beter zou zijn als alleen het gras rond de
reflector paaltjes zelf zou worden geschoren. In Duitsland hebben ze daar zelfs
speciale maaimachines voor ontworpen die door middel van een schort het paaltje
en de omringende begroeiing beschermt tegen de messen. Ook de paaltjes zelf zijn
in Duitsland speciaal voor de begroeiing in de berm wat hoger gemaakt zodat ze
er bovenuit steken.
Blauwtjes/ex. Kleine Pages (Lycaenidae)
--------------------------------
De Kleine Pages waren vroeger een verzamel familie apart van de Blauwtjes. De
leefwijze van deze vlindertjes is anders als de meeste Blauwtjes. Ze leven op
bomen en struiken en komen veelal weinig naar de grond. De meeste van hen
hebben staartjes aan het uiteinde van de achtervleugels. Iets wat de
Koninginnenpage en Koningspage ook hebben maar deze werden tot de Grote Pages
gerekend. De twee Page families zijn echter zeer verschillend zowel in vlinder
bouw als leefwijze. Let bij de Kleine Pages vooral op het lichaam van de
vlinders dat samen met de poten, ogen en voelsprieten zeer sterk overeen komt
met de Blauwtjes. Ook de Eikenpage heeft blauw bovenop zijn vleugels. Tel
daarbij op dat er ook Blauwtjes zijn met een staartje zoals het Tijgerblauwtje
en je komt tot de conclusie dat de indeling niet geheel juist was. Ik heb
hieronder de Kleine Pages geplaatst maar tegenwoordig horen ze bij de Blauwtjes.
Er is hierdoor geen onderscheid meer tussen Grote en Kleine Pages. De
Koninginnenpage is tegenwoordig de enigste soort in Nederland die tot de Pages
behoord. Persoonlijk spreek ik zelf liever nog steeds van Kleine Pages.
Aangezien voor mij dan gelijk duidelijk is welke groep er bedoelt wordt.
Bruine Eikenpage (Satyrium ilicis)
De Bruine Eikenpage leeft op en rond kleine Eikenbomen en struiken. De
vlinder geeft de voorkeur aan plekken waar de Eik het moeilijk heeft. Mogelijk
zijn de bladeren van deze kleine Eikjes beter verteerbaar voor de rupsen. De
Bruine Eikenpage houd van nectar en komt deze halen uit in de buurt staande
Liguster of Bramenstruiken. De foto's links en midden tonen een Bruine Eikenpage
die nectar drinkt uit de bloemen van een Ligusterstruik. De vlinder is
behoorlijk zeldzaam en de populaties in Nederland liggen ver uit elkaar. Ze
vliegen in één generatie vanaf begin juni.
--------------------------------
De Bruine Eikenpage zittend op het Eikenblad. De vlinder zont met zijn
vleugels dicht. Daarbij hangt hij een klein beetje naar een kant net als het
Groentje.
Eikenpage (Favonius quercus)
De oude wetenschappelijke naam was (Neozephyrus quercus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Eikenpage is een vlinder die veel voorkomt maar weinig wordt gezien. De
vlinder leeft op en rond Eikenbomen en komt zelden naar beneden. Daardoor
kijk je makkelijk over dit kleine vlindertje heen. De Eikenpage op de linker
foto zat op een Amerikaanse Eikenboom die was afgezaagd en opnieuw was
gaan uitlopen. Na het nemen van deze foto's verdween hij weer in de boomtoppen.
De linker en middelste foto laten een spoortje blauw zien op de binnenkant van
de voorvleugel wat van deze vlinder een mannetje maakt. De vrouwtjes leggen de
eitjes onder de knoppen van de Eik. Deze eitjes komen in het voorjaar uit. De
rups leeft van de knoppen en Eikenbloesem. Voor de verpopping daalt de rups af
naar de grond. Vers uit de pop kan de vlinder dan laag in het struikgewas worden
gevonden. Bij verstoring vliegt de vlinder dan hoog de boom in. De Eikenpage
vliegt in één lange generatie gedurende de zomer vanaf juni. Afgevlogen
exemplaren worden vaak verward met de Bruine Eikenpage omdat de blauw en zwarte
schubben aan de bovenkant van de vleugels dan zijn weggesleten. De bruine kleur
die daarna overblijft is vrijwel gelijk aan die van de Bruine Eikenpage. Maar
een Bruine Eikenpage zit altijd met de vleugels dicht! Echter de zilveren
onderkant met witte streep van de Eikenpage is onmiskenbaar. Bij de veel
zeldzamere Bruine Eikenpage is de onderkant bruin met aan de rand van de
achtervleugels oranje vlekken. De witte streep is minder opvallend en
onderbroken. Foto's van de Bruine Eikenpage staan hierboven kijk en vergelijk.
--------------------------------
Op de linker foto een Eikenpage met de vleugels een beetje open. Er is vaag
een blauwe gloed te zien dus is dit een mannetje. Helaas was de vlinder het
intense blauw al kwijt ook al is dit een verse vlinder. Op de middelste foto het
vrouwtje zij heeft alleen bovenop de voorvleugel basis een kleine blauwe plek.
In de eerste helft van 2009 gingen de Eikenbomen waar deze foto's zijn genomen.
Gebukt onder een motjes plaag. De rupsen daarvan hadden veel bomen totaal kaal
gevreten. Ik was bang dat dit gevolgen zou hebben voor de Eikenpage. Maar de
rupsen daarvan hebben zich schijnbaar toch rond kunnen eten want er vliegen er
weer heel wat. De Eikenbomen lijken ook weer te herstellen van de kaalslag met
weer veel nieuw vers blad.
Groentje (Callophrys rubi)
--------------------------------
Update 2010: Vier nieuwe foto's van het Groentje gemaakt op 10 april 2010!
--------------------------------
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Bij het groentje staat de wereld op zijn kop. Waar de meeste vlinders aan de
bovenkant mooie kleuren hebben en aan de onderkant een schutkleur. Doet het
Groentje het precies andersom. De prachtige groene kleur zit alleen aan de
onderkant van de vleugels en die mooie kleur zit er niet eens om op te vallen.
Met dichtgevouwen vleugels gaat het Groentje helemaal op in zijn omgeving.
Met open vleugels zult u hem zelden tot nooit aantreffen. De binnenkant van de
vleugels is bruin en op een groen struikje is dat niet echt handig. Ze bezoeken
nauwelijks bloemen en zijn zeer honkvast. Ze leven op en rond kleine struikjes
liefst in de zon met wat ruimte er omheen. Als u het vlindertje verstoord is de
kans groot dat hij gewoon weer naar zijn struikje terug vliegt. En ja ook een
groen vlindertje kan tot de Blauwtjes behoren. Het staartje van het Groentje is
het kleinst van alle Kleine Pages. Kijk goed naar de rechter foto. Langs de
achterkant van de onderste vleugel loopt een gouden streep. Onderop puilt deze
iets uit met daaraan een pluimpje zwart haar. Dat is het staartje.
--------------------------------
Hierboven het vrouwtje van het Groentje. De geslachten hebben dezelfde
tekening. Maar het dikke achterlijfje dat vol met eitjes zit van de vlinders
hierboven is goed zichtbaar. Het exemplaar op de foto links en midden is
dezelfde vlinder. Ze is zwaar afgevlogen maar dat geeft niks. Links legt ze een
eitje op de Dopheide. Dit is begin juli wat aangeeft hoe sterk deze vlinder is.
Want ze vliegen al half april in één generatie. De bruine kleur komt van de
schubben aan de binnenkant van de vleugels. De groene buitenlaag is er vrijwel
af. Onderaan waar het staartje zat zijn de vleugels geheel doorzichtig hier zijn
de schubben er helemaal af. Vlinders hebben net als andere insecten
doorschijnende vleugels. Het zijn de schubben die er als mozaïek steentjes op
liggen die de vlinder zijn kleur geeft.
--------------------------------
Hierboven een koppeltje Groentjes. Let vooral bij de rechter foto op de
schubben en haren van beide vlinders.
Sleedoornpage (Thecla betulae)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De eerste dag van augustus tijd voor de Sleedoornpage. Op de foto's een vers
ontpopt vrouwtje. Ze kwam van onder een Sleedoorn struik uit het gras omhoog
gekropen. Ik had veel geluk haar te zien. Haar vleugels waren reeds opgepompt en
bovenaan de grasspriet gekomen vloog ze weg. Om even verder op wat onhandig aan
een Braam te gaan hangen. Ze klom op de stengel en met de zon erbij straalden de
kleuren er vanaf. Na slechts een paar foto's was ze weg ik had even met mijn
ogen geknipperd.
--------------------------------
Op de foto links een mannetje Sleedoornpage zo van boven te herkennen aan het
ontbreken van de nier vormige vlekken die het vrouwtje heeft. Bij hem zijn het
slechts twee kleine veegjes naast de zwarte geurstrepen. Na het maken van deze
foto vloog hij hoog de boom in. Onderweg naar de top kwam hij bijna in de kaken
van een Bruine Glazenmaker terecht een grote libel. Die zaten er heel veel en ze
joegen op alles wat bewoog. Op de rechter foto ook een mannetje maar nu met de
vleugels dicht. De kleur is wat bruiner en hij mist het goud en koper van het
vrouwtje.
--------------------------------
De schitterende Sleedoornpage is de grootste Kleine Page van ons land. Ze
leeft op en rond Sleedoorn struiken. De linker en middelste foto tonen het
vrouwtje van de Sleedoornpage. Ze is te herkennen aan de twee oranje niervormige
vlekken op de voorste bovenvleugels. Let op de gekrulde staartjes! De vlinder is
iets afgevlogen maar nog steeds prachtig vooral de oranje onderkant. Het
mannetje is iets kleiner en heeft geheel bruine bovenvleugels. Op de rechter
foto een eitje van de Sleedoornpage gelegd door het vrouwtje op de foto's. De
grote van het eitje is het puntje op de i gezet met een balpen. Het is helder
wit van kleur en heeft een prachtige structuur. Om een eitje te kunnen leggen
land het vrouwtje op het uiteinde van een takje. Vervolgens kruipt ze langs dit
takje omlaag terwijl ze met haar achterlijf voelt of er een geschikt plekje is.
Dit is in de oksel van een kleine zijtak. Eenmaal gevonden wordt het eitje erop
vastgeplakt. Meestal één soms twee per zijtak. In de winter als het blad van de
struiken is kunnen deze eitjes worden geteld om te kijken of en hoeveel
Sleedoornpages er zijn. In het voorjaar komt het eitje uit en kruipt de rups
naar de knoppen. Deze worden van binnenuit opgevreten. Later worden ook de
bladeren zelf gegeten. De verpopping gebeurt niet in de Sleedoorn struik maar
in de begroeiing eronder. De eerste vlinders verschijnen eind juli begin
augustus.
--------------------------------
De Sleedoornpage staat bekend als een vlinder met een verborgen levenswijze.
Die je alleen met veel geluk te zien krijgt. Dit ligt aan de zeldzaamheid van
deze vlinder maar meer nog aan de afwezigheid van geschikte Sleedoorn struiken.
De Sleedoornpage komt maar op een paar plaatsen in Nederland voor. En wel daar
waar de Sleedoorn struik zich vrij kan ontwikkelen omgeven door ruigten en
enkelen bloeiende planten. De vlinder is een echte pionier. Het vrouwtje heeft
een grote voorkeur voor jonge kleine struikjes van één a twee meter hoog. En
juist die zijn tegenwoordig in ons strakgetrokken sterk afgebakende landje
lastig te vinden. De meeste Sleedoorn struiken zijn vaste reeds lang bestaande
hagen die zelden tot nooit gesnoeid worden. Hierdoor zie je de vlinder
tegenwoordig steeds meer in bebouwd gebied. De Sleedoorn struiken in de
plantsoenen en tuinen worden regelmatig gesnoeid wat de voor de vlinder zo
belangrijke jonge scheuten oplevert. De vele bloemen die onze tuinen sieren
dienen dan als nectar plant voor het vrouwtje. Die heeft de energie daarvan
nodig bij de productie van de eitjes. Belangrijk is om wel rekening te houden
met het feit dat het snoeien metenige terughoudendheid gebeurt. Want met de
takken verdwijnen ook de eitjes de versnipperaar in. Snoei dus in fasen en nooit
alles in één keer plat. Ook oude reeds lang bestaande hagen kunnen zo weer
geschikt gemaakt worden door er gaten in de snoeien. U snoeit daarvoor enkelen
planten sterk terug en laat de rest met rust. Deze kunnen dan over enkele jaren
een snoei beurt krijgen. Op die manier zijn er voor de vrouwtjes Sleedoornpage
altijd genoeg jonge scheuten voorhanden om eitjes op te leggen.
--------------------------------
Links op de foto het vrouwtje tussen het gras. De vlinders spelen graag
verstoppertje en lekker lang ruig gras is ideaal. Dit is nodig ook want ze zijn
een gemakkelijke prooi voor libellen. Deze zijn vooral aan het eind van de zomer
in grote getalen aanwezig. Een Gewone Oeverlibel ving een vrouwtje in volle
vlucht jammer van zo'n mooie vlinder maar zo is de natuur. De twee eitjes op de
rechter foto werden gelegd op een jong Sleedoorn struikje van slechts twintig
centimeter.
Dikkopjes (Hesperiidae)
--------------------------------
Aardbeivlinder (Pyrgus malvae)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Update mei 2010: Drie nieuwe foto's van de Aardbeivlinder gemaakt in de
Duitse Eifel.
--------------------------------
De Aardbeivlinder is een van de eerste Dikkopjes die rondvliegen. Vanaf half
april zijn ze al te bewonderen. Ze komen voor op verschillende open zandgronden.
Stil zittend is de tekening op de vleugels met de witte blokken heel opvallend.
In de vlucht is de kleine vlinder door de donkere vleugels moeilijk
waarneembaar. Net als de meeste Dikkopjes is ook de Aardbeivlinder een
uitstekende vlieger. Die ook in harde wind goed zijn weg vind. De naam van de
vlinder is afgeleid van de voedselplant. De rupsen leven oa van Aardbei soorten.
In Nederland vliegt er één generatie per jaar.
Bont Dikkopje (Carterocephalus palaemon)
Het Bont Dikkopje is een apart geval hij lijkt namelijk erg veel op het
Spiegeldikkopje zowel qua lichaamsbouw als tekening. Ook het biotoop komt
overeen al geeft het Bont Dikkopje de voorkeur aan een wat beschutte omgeving.
Groot verschil is echter de vliegtijd. Het Bont Dikkopje is een voorjaars
vlinder de vliegtijd valt in mei en juni. Het Spiegeldikkopje vliegt in juli en
augustus. De bovenvleugels van het Spiegeldikkopje zijn op een paar vlekjes na
volledig bruin. Op Bont Dikkopje sieren vele bonte gele vlekken de bovenkant.
--------------------------------
Het Bont Dikkopje rust graag uit laag bij de grond op een grasspriet of blad.
Het lijkt een heel teer vlindertje maar ze zijn heel erg snel en lastig te
volgen in de vlucht. Het vrouwtje legt de eieren één voor één op verschillende
breedbladige grassen. Ze zijn dus iets minder kieskeurig als het Spiegeldikkopje
en daardoor komen ze ook iets meer verspreid voor. Al zijn de aantallen nooit
groot.
Bruin Dikkopje (Erynnis tages)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Deze vlinder is in Nederland zeer zeldzaam. Het Bruin Dikkopje komt voor op
beschutte kalkgraslandjes waarop een grote verscheidenheid aan kruidachtige
planten groeien. Stil zittend op een bloem of plantenstengel laat hij zich goed
bekijken maar dan moet u hem wel zien zitten! Door zijn kleur valt dat helemaal
niet mee. Vooral de lage snelle en schichtige vlucht is haast niet te volgen. De
donkeren vleugels vallen weg tegen de ondergrond. Wat het er zeker niet
makkelijker op maakt. Het vrouwtje legt haar eitjes op verschillende Klaver
soorten. De rups beschermd zich door enkele bladeren tot een kokertje te weven.
Er zijn per jaar twee generaties van het Bruin Dikkopje vanaf begin mei en vanaf
eind juli. De bovenstaande foto's zijn gemaakt in België vlak bij de grens met
Nederland. Sinds het maken van deze foto's heb ik de bron populatie van deze
vlinders gevonden. Deze ligt hier niet ver vanaf de foto's hieronder zijn daar
gemaakt.
--------------------------------
De graslandjes waar deze foto's zijn gemaakt zaten vol met Bruin Dikkopjes.
Het gedrag van de vlinders was anders dan wat ik tot nu toe had gezien. De
vlinders in Nederland en vlak over de grens waren meestal maar met enkele
exemplaren. Deze vlogen zeer onrustig en soms zelfs strak door zonder echt te
stoppen zwervers dus. De vlinders hier waren veel rustiger. Duidelijk op hun
gemak van bloem tot bloem en achter elkaar aan. Ik vermoed dat de meeste
Bruin Dikkopjes die in Nederland worden gezien hier vandaan komen. Hemelsbreed
is dat niet zo ver en er zaten er meer dan genoeg.
Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Geelsprietdikkopje is de aanleiding tot menig discussie en een heleboel
verwarring. Dat komt doordat het Geelsprietdikkopje vrijwel identiek is aan het
Zwartsprietdikkopje op één ding na. Het uiteinde van de antennes het sprietje!
Op de middelste foto ziet u duidelijk waarom dit een Geelsprietdikkopje is. Aan
het uiteinde van de antennes zit een gele vlek. Zo van voren gezien net twee
koplampen. Bij het Zwartsprietdikkopje is deze vlek zwart. Ik heb bij het
Zwartsprietdikkopje hieronder een foto geplaatst waarop ze allebei staan kijk en
vergelijk. Het Geelsprietdikkopje is in Nederland veel zeldzamer als het
Zwartsprietdikkopje. Op de rechterfoto ziet u een zwart streepje in de vleugel.
Deze geurstreep hebben alleen de mannetjes. Bij het vrouwtje ontbreekt deze.
--------------------------------
De vlinders op de foto's hierboven zijn ook allemaal mannetjes. Op de linker
foto ziet u de geurstreepjes in de bovenvleugel. Op de foto links staan
duidelijk de twee koplampen die het Geelsprietdikkopje sieren. Let bij de linker
foto ook op de grote hoeveelheid haar dat zelfs langs de vleugelrand zit en het
enorm grote oog. Het vrouwtje van het Geelsprietdikkopje legt de eieren op
verschillende breedbladige grassen. De rupsen overwinteren na het uitkomen in
een spinsel. In het voorjaar beginnen de rupsen met eten. Ze verpoppen laag in
het gras. Het Geelsprietdikkopje vliegt vanaf begin juni in één generatie.
Groot Dikkopje (Ochlodes sylvanus)
De oude wetenschappelijke naam was (Ochlodes venata) en (Ochlodes faunus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Groot Dikkopje heeft onduidelijke lichte vlekken op zijn vleugels. Deze
ontbreken bij het Geelsprietdikkopje en het Zwartsprietdikkopje. Het is een
algemeen voorkomende vlinder die graag bloemen bezoekt op zoek naar nectar.
Vooral Distels en Braam zijn erg in trek bij het Groot Dikkopje. Op de onderste
drie foto's staat het mannetje Groot Dikkopje. Goed zichtbaar op de middelste
daarvan ziet u het zwarte geurstreepje op de boven vleugels dat bij het vrouwtje
ontbreekt. Op de rechter ziet u de enorm lange tong van de vlinder. Helemaal
rechts boven zitten drie Groot Dikkopjes op een Frambozen blad. De achterste
twee met de zwarte streepjes in de vleugels zijn mannetjes. De voorste is het
vrouwtje.
--------------------------------
Hierboven het vrouwtje van het Groot Dikkopje. Ze is ook iets groter en
forser dan het mannetje echter zonder het zwarte geurstreepje aan de bovenzijde
van de vleugel. Zoals te zien is op de linker foto. Op de middelste foto ziet u
goed de vlekken in de vleugel doordat de zon er doorheen schijnt.
--------------------------------
Op de twee bovenstaande foto's een koppeltje Groot Dikkopje. Het mannetje is
de vlinder met de vleugels open. Let op de geurstreep zichtbaar op de middelste
foto. Op de rechter foto een vers gelegd eitje. De rupsen leven van
verschillende grassen. Er vliegt één generatie per jaar vanaf mei.
Kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceae)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Verleden jaar dook er in Zuid-Limburg een nieuwe vlinder soort op het
Kaasjeskruiddikkopje. Het vrouwtje legt haar eitjes op u raad het al
Kaasjeskruid. Er werden enkele exemplaren aangetroffen van deze voor Nederland
nieuwe aanwinst. En wat blijkt? De vlinder heeft zich succes vol voortgeplant.
En er vliegen deze lente weer nieuwe exemplaren rond. Hier boven foto's van twee
verschillende individuen gemaakt op 29 mei 2010.
--------------------------------
De vlinder lijkt wat op het Bruin Dikkopje maar is bonter van tekening en
kleur. De randen van de vleugels hebben een soort franje. Deze kleine populatie
is vermoedelijk afkomstig van een zwerver uit België. Het Kaasjeskruiddikkopje
is aan een opmars bezig en wie weet wordt het een vaste gast van onze
Nederlandse vlinder populaties. Voor nu is deze plek erg kwetsbaar al zou je dat
op het eerste gezicht niet zeggen. De vlinder heeft een namelijk nogal
publiekelijk plekje uitgezocht om zich te vestigen en hele volksstammen trekken
er dagelijks aan voorbij zonder dat iemand er erg in heeft. Met de lokale
natuurbeheerders zijn afspraken gemaakt om te voorkomen dat overijverig "beheer"
leid tot het weg maaien of grazen van deze prille populatie. Hopelijk slaagt
deze vlinder erin ons landschap met zijn verschijning te verrijken. Want het is
bijzonder welkom nieuws dat er weer eens een soort bijkomt in plaats van dat er
een uitsterft.
Kommavlinder (Hesperia comma)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Kommavlinder is te herkennen aan de witte stippen die zijn vleugels
sieren. Ze zijn duidelijker als die van het Groot Dikkopje. De Kommavlinder
vliegt in de nazomer wanneer er bijna geen Groot Dikkopjes meer zijn. Dit
vlindertje is in ons land vrij zeldzaam. Dit komt door de kieskeurigheid van de
vlinder. De rups van de Kommavlinder leeft van smalbladige grassen op
voedselarme grond. De vlinder is echter een hele goede zeer snelle vlieger die
net als de andere Dikkopjes graag nectar drinkt. De planten die daarvoor moeten
zorgen leven op voedselrijke grond. Dit vraagt om een zeer gevarieerd landschap
wat in Nederland behoorlijk zeldzaam is geworden. Het vrouwtje legt de eitjes
één voor één op de grashalmen. Daar overwinteren ze om in het volgende jaar
vanuit een gesponnen tuitje van grasbladeren van het gras te snoepen. De rups
verpopt zich in een cocon dichtbij de grond. De Kommavlinder vliegt vanaf begin
augustus in één generatie.
--------------------------------
Hierboven het mannetje van de Kommavlinder dit is te zien aan het zwarte
geurstreepje bovenop de vleugels. Let ook op de dikke bont jas die deze vlinder
aan heeft. De iets wat groene haren zijn massaal aanwezig en ronden naar voren
iets af wat helpt in de stroomlijning. De grote sprietknoppen aan het uiteinde
van de antennes helpen bij het onderscheiden van de Kommavlinder met het Groot
Dikkopje. Bij de Kommavlinder zijn het grote tweekleurige bolletjes met een
duidelijk geel en zwart vlak. Bij het Groot Dikkopje zijn het meer gebogen
zwarte streepjes met een haakje eraan. De kans om deze twee soorten samen tegen
te komen is nihil want als de Kommavlinder vliegt zijn er op misschien een
enkele na geen Groot Dikkopjes meer.
Spiegeldikkopje (Heteropterus morpheus)
Een van de mooiste onder de Dikkopjes is het Spiegeldikkopje. Vooral de bonte
onderkant is prachtig. Het is een zeldzaam vlindertje dat maar in een klein deel
van ons land voorkomt. En dan meestal in lage aantallen. Het vlindertje
profiteert momenteel van de teloorgang van de venen. De rupsen leven van
Pijpenstrootje en voor dat plantje zijn de veranderingen juist gunstig. Het
Spiegeldikkopje lift mee op het succes hiervan. Op de lange termijn is dit alles
minder gunstig omdat er veel meer diersoorten last hebben van de veranderingen
als dat er van profiteren. Op de foto's hierboven een mannetje van het
Spiegeldikkopje.
--------------------------------
Het vrouwtje van het Spiegeldikkopje heeft een iets ander stipjes patroon
op de bovenkant van de vleugels als het mannetje. Ook de onderkant van de
voorste vleugels heeft een iets ander stippen patroon. Verder valt vooral het
dikke achterlijf op.
Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Zwartsprietdikkopje is een algemeen vlindertje dat veel voorkomt op
plaatsen met hoog gras. De vlinders bezoeken graag bloemen en zijn vaak op
Distels te vinden. Het Zwartsprietdikkopje wordt vaak verward met het
Geelsprietdikkopje. De twee zijn uit elkaar te houden aan de hand van de
antennes. Bij het Geelsprietdikkopje is het uiteinde van de onderkant van de
sprietknop geel. Bij het Zwartsprietdikkopje is hij zwart. Op de middelste foto
staan ze allebei. Zo van voren is het het beste te zien.
--------------------------------
De foto's hierboven zijn van het vrouwtje. Zij mist het zwarte geurstreepje
dat het mannetje aan de bovenkant van zijn vleugel heeft. Het vrouwtje legt de
eitjes op dor breedbladig gras in kleine groepjes die vervolgens overwinteren.
In het voorjaar komen de rupsen uit om van het verse gras te eten. Het
Zwartsprietdikkopje vliegt in één generatie.
IJsvogelvlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Kleine IJsvogelvlinder (Limenitis camilla)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
In 2009 had ik het geluk de vlinders vrijwel net uit de pop aan te treffen.
Verse vlinders zijn altijd mooi maar de Kleine IJsvogelvlinder is toch echt iets
aparts. Al naar een paar dagen is van deze tere vlinder zijn schoonheid vaak
weinig meer over. Ik vind alle vlinders prachtig maar de Kleine IJsvogelvlinder
heeft bij mij toch een streepje voor.
--------------------------------
De Kleine IJsvogelvlinder is een bewoner van vochtige open loofbossen. De
vlinder is vooral te vinden op plekken waar het zonlicht door de bomen de
bosbodem bereikt. Op deze beschutte half schaduw plekken kan deze zeldzame
vlinder plaatselijk talrijk zijn. Echter het vinden van de Kleine
IJsvogelvlinder is zeker bijzonder. De zwarte bovenkant met witte streep lijkt
weinig spectaculair maar de vlinder is zeer elegant. De vleugels zijn
langwerpiger dan de meeste andere vlinders wat de vlinder een wat tropische
aanblik geeft.
--------------------------------
Het is vooral de onderkant die schitterd met bruine en pastel kleurige
vlekken doorkruist met een witte streep. Het stuk van de vleugel bij de
aanhechtings punten lijkt op de vacht van een Tijger. De Kleine IJsvogelvlinder
vliegt op elke etage van het bos. Vanaf de grond tot in het topje van de bomen.
De mannetjes hebben een territorium dat vel wordt verdedigd tegen mannelijke
soortgenoten. Na de paring worden de eieren door het vrouwtje afgezet op
Kamperfoelie. De rups overwinterd in een dichtgesponnen blaadje. In het voorjaar
vreet de rups zich vol met het frisse uitlopende groen. Waarna begin juni de
eerste vlinders verschijnen.
--------------------------------
De Kleine IJsvogelvlinder is in staat om door zeer dichte vegetatie te
vliegen. Vooral de vrouwtjes doen dit bij het leggen van de eieren. De vleugels
hebben dan ook veel te lijden. De vliegtijd van een Kleine IJsvogelvlinder uit
de pop is afhankelijk van het weer ongeveer drie weken. Op de middelste foto
staat een vlinder waarvan de linkervleugel vrijwel geheel verdwenen is. Toch kon
deze vlinder nog aardig vliegen. Bovenaan bij de 3D foto's staat op de rechter
foto dezelfde vlinder nu van opzij en dichterbij. Vooral in het driedimensionaal
ziet u goed hoe er hele stukken uit de vleugels zijn en de rafels erbij hangen.
Op de twee andere foto's hierboven staan ook kapotte vlinders. De vlinder op de
linker foto was de laatste die ik dit jaar aantrof. U kijkt bijna door de
vleugels heen. De schubben met de prachtige kleuren zijn er vrijwel af en het
vlinderlijf is bijna kaal. Als vliegend insect heeft een vlinder maar een kort
bestaan en vrijwel alle op deze webpagina aanwezige vlinders zijn reeds ter
zielen. Ondanks dat kunt u hier nog steeds getuigen zijn van hun schitterende
kleuren en vormen die zij in hun korte leven ten tonele hebben kunnen spreiden.
Het zijn absoluut wonderen van de natuur.
Pages (Papilionidae)
--------------------------------
Koninginnenpage (Papilio machaon)
De Koninginnenpage is een van de grootste en mooiste vlinders die ons land
rijk is. De vlinder kwam vroeger in heel Nederland voor maar tegenwoordig vind
je hem het meest in het zuiden van het land. Toen de boeren nog aan
kleinschalige landbouw deden en er veel moestuintjes waren werden er op veel
plaatsen worteltjes geteeld. De Koninginnenpage kwam hier graag op af om nectar
te drinken en eitjes te leggen. De vlinder legt haar eitjes het liefst op
Wilde Peen. Op de linker foto ziet u zo'n eitje het is het gele bolletje. Het in
natuurgebieden aanleggen van dergelijke veldjes zou er zeker toe bijdragen om
het verspreidingsgebied van de vlinder te vergroten. De rechter foto toont een
rups van de Koninginnenpage. De rups is al net zo prachtig gekleurd als de
volwassen vlinder. De poppen kunnen slecht tegen vrieskou maar met de steeds
zachtere winters zal het aantal dat de winter doorstaat zeker toenemen.
--------------------------------
De Koninginnenpage is een uitstekende vlieger. De vleugels van de vlinder
lijken ook veel op een vlieger kompleet met staart. Hiermee is hij in staat om
grote afstanden door de lucht te glijden. De vlinder gebruikt deze eigenschap in
het zogenaamde heuveltoppen. Dit is een heuvel in het landschap waar de
mannetjes samenkomen om sierlijk rondjes te glijden in afwachting van de
vrouwtjes. Op plekken zonder heuvels voldoet elke verhoging in het landschap
bijvoorbeeld een dijk. De Koninginnenpage vliegt in twee generaties vanaf april
en vanaf juli. Vlinders van de tweede generatie zijn iets lichter van kleur.
Argynnis-Parelmoervlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Duinparelmoervlinder (Argynnis niobe)
De Duinparelmoervlinder is een grote oranje vlinder. Hij lijkt van boven veel
op de Grote Parelmoervlinder hieronder. De tekening aan de onderkant van de
vleugels is bij beide vlinders totaal anders. Een ander kenmerk is dat de
Duinparelmoervlinder grijze ogen heeft en de Grote Parelmoervlinder oranje. De
Duinparelmoervlinder is een kwetsbare soort maar komt in grotere aantallen
voor dan de Grote Parelmoervlinder. Plaatselijk kunnen de aantallen stevig
oplopen en ik zag er in 2009 een kleine vijftig in relatief klein gebied.
--------------------------------
De Duinparelmoervlinder komt vooral langs de kust voor in beboste duinen waar
open plekken in aanwezig zijn. De naamgeving van vlinders is heerlijk eenvoudig
en slaat meestal op het uiterlijk of het voorkomen. Tot voor kort was de vlinder
ook op de Veluwe te vinden maar daar is hij verdwenen. Ze vliegen meestal laag
over de schrale begroeiing op zoek naar nectar. Ze hebben veel zonneschijn nodig
om te vliegen. Verdwijnt de zon achter een wolk dan gaan ze op de grond tussen
het gras zitten.
--------------------------------
Onder de verschillende Duinparelmoervlinders is nogal wat kleur verschil.
Vooral bij de vrouwtjes hierboven zie je dit. Links een vrij geel vrouwtje en
rechts een waar de zwarte tekening de boventoon voert met donker aangezette
vleugels. De mannetjes zijn meestal fel oranje en de zwarte tekening minder
overdadig. De vrouwtjes leggen de eitjes op de stengels van Viooltjes. Het eitje
komt het volgende voorjaar uit en de rups groeit erg snel van zijn Viooltjes
dieet. Begin juni vliegen de eerste vlinders weer rond in één generatie.
--------------------------------
Hier nogmaals goed de kleur verschillen. Vooral naast elkaar op een foto valt
het op. Links een koppeltje Duinparelmoervlinders de vlinder met open vleugels
is het vrouwtje met het mannetje er achter. Ze is fel oranje gekleurd. Op de
foto in het midden een donker vrouwtje naast een oranje. En rechts een geel
gekleurde met een oranje exemplaar.
Grote Parelmoervlinder (Argynnis aglaja)
Deze schitterende vlinder doet zijn naam alle eer aan. Hij is vrij groot en
bezit aan de onderkant van zijn achtervleugels grote parelmoerkleurige vlekken.
Het lijkt wel of deze er als klodders verf zijn opgespat. Het is een krachtige
vlieger die veel nectar nodig heeft. De vlinders op de foto's hier boven zijn
allemaal mannetjes. Ze komen voor in de duinen en bossen met bloemrijke open
plekken. De rupsen leven van Viooltjes en hebben meerdere plantjes nodig om
groot genoeg te groeien om een volwassen vlinder te worden. De Grote
Parelmoervlinder vliegt in één generatie per jaar vanaf midden juni.
--------------------------------
Hier zittend op een Distel zie je goed de prachtige kleuren die de vlinder
bezit. Als twee mannetjes elkaar tegenkomen kan er een kort gevecht ontstaan
waarbij de vlinders recht omhoog vliegen. Om vervolgens uit elkaar weer naar
beneden te komen.
Keizersmantel (Argynnis paphia)
Een Keizersmantel wordt maar af en toe in Nederland gezien. De vlinder is
tegenwoordig een zeldzame zwerver. Dat komt omdat de waardplant van de
Keizersmantel Viooltjes niet meer in voldoende aantallen in onze bossen
voorkomen. De Keizersmantel is een prachtige grote vlinder en dus moet de rups
veel eten om een volwassen vlinder te worden. Viooltjes zijn maar kleine
plantjes en dus is één plantje niet voldoende. Als de rups alles heeft kaal
gevreten gaat hij op zoek naar een volgende plant. Deze moet zich binnen een
straal van één meter bevinden. Als dat niet het geval is is de kans dat de rups
overleefd erg klein. De foto boven is van een mannetje Keizersmantel. Dat is te
zien aan de horizontale geurstrepen op de voorvleugel. Bij het vrouwtje
ontbreken deze.
Boloria-Parelmoervlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Zilveren Maan (Boloria selene)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De zeldzame Zilveren Maan komt voor op vochtige graslanden. Ze snoepen graag
nectar vooral van Distels. De foto's tonen het mannetje van de Zilveren Maan.
Hij is iets kleiner als het vrouwtje. Het vrouwtje heeft bovenop bij de aanzet
van de achterste vleugels een bruine streep die bij het mannetje ontbreekt. De
verschillende Parelmoervlinder soorten lijken van bovenaf gezien heel sterk op
elkaar. Voor een goede determinatie is een foto van de onderkant vaak
noodzakelijk. De eitjes worden gelegd op verschillende Viooltjes soorten. Ze
overwinteren als rups in een opgerold blaadje. In Nederland vliegt de Zilveren
Maan twee keer per jaar.
--------------------------------
Met de Zilveren Maan gaat het steeds beter. De vlinder wordt op steeds meer
plaatsen gezien zij het in lage aantallen. Op een van de beste vlieg plaatsen
kregen ze het dit jaar 2009 zwaar er werd gemaaid precies op het moment dat de
tweede generatie begon. Het maaisel werd verbrand en diende nergens toe heel
treurig. De foto in het midden en rechts zijn genomen op die plek.
Issoria-Parelmoervlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Kleine Parelmoervlinder (Issoria lathonia)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Kleine Parelmoervlinder komt veel voor in de duinen en haalt nectar uit
verschillende soorten viooltjes. Ook de rupsen leven hiervan. Bij deze vlinder
zie je duidelijk waarom hij tot de Parelmoervlinders behoord. Op de onderkant
van de vleugels zitten Parelmoer kleurige vlekken. Vooral als het zonlicht er op
valt zijn deze erg mooi.
--------------------------------
Met een bloemen achtergrond zoals op de middelste foto ziet het geheel er
gelijk heel anders uit. Het was een late vlinder gefotografeerd in het midden
van oktober 2006. De Kleine Parelmoervlinder vliegt reeds vroeg in de lente tot
laat in de herfst in drie tot vier opeen volgende generaties.
Melitaea-Parelmoervlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Bosparelmoervlinder (Melitaea athalia)
De Bosparelmoervlinder is een vlinder van een open boslandschap. In Nederland
is de vlinder vrij zeldzaam. Bij het vrouwtje op de linker en rechter foto is
de vleugelbasis donkerder dan die van het mannetje op de middelste foto. De
vlinders zitten hier op een Lindeboom om te snoepen van de nectar en te zonnen
in het avondlicht.
--------------------------------
De onderkant van de vleugels is een bonte verzameling van vlekken en kleuren.
Vooral bij Parelmoervlinders is een foto van de onderkant erg handig om de
vlinder goed te kunnen benoemen. Met alleen een foto van de bovenkant zijn door
te kijken in welk biotoop de vlinder is aangetroffen aak al enkele soorten uit
te sluiten. Ook de vliegtijd helpt hierbij. De Bosparelmoervlinder vliegt in
Nederland vanaf eind mei tot halverwege juli.
--------------------------------
De meeste vlinders drinken graag nectar en de Bosparelmoervlinder is daarop
geen uitzondering. Op vliegplaats van de vlinder in Nederland zijn bloemen
echter een schaars goed. Met als gevolg dat vrijwel de gehele populatie zich
concentreert op de weinige bloeiende planten die wel aanwezig zijn. In dit geval
een paar plantjes Jakobskruiskruid en een bloeiende Lindeboom. Op één van de
weinige Jakobskruiskruid zaten wel twintig Bosparelmoervlinders plus een hele
schare Kleine Vuurvlinders en een enkel Hooibeestje. Wat extra bloeiende planten
zouden op deze plek zeker geen kwaad kunnen.
--------------------------------
Hierboven een koppeltje Bosparelmoervlinders links het vrouwtje rechts het
mannetje. Op de linker foto pakt het mannetje nog de laatste zonnestralen. Na de
paring legt het vrouwtje de eitjes in groepjes op de waardplant. Voor de
Bosparelmoervlinder zijn dit Hengel, Weegbree, Ereprijs, Vingerhoedskruid en
Vlasleeuwenbek. De rupsen leven als groep in een spinsel. Hierin verblijven ze
ook tijdens de winter. In het voorjaar zwerven ze uit en gaan dan solitair
verder. De verpopping vind plaats tegen de waardplant.
Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia)
Update 2010: Op 29 mei 2010 kwam ik een exemplaar van de Veldparelmoervlinder
tegen in Nederland. Deze was afkomstig van een reeds bestaande populatie net
over de grens in België. De boven staande foto's zijn daar gemaakt. Naast dit
exemplaar zijn er rupsen van de Veldparelmoervlinder uitgezet in Nederland. De
nakomelingen hiervan vliegen nu met tientallen rond. Als deze zich weten te
handhaven dan is dit een zeer welkome aanvulling op ons vlinder bestand. Let op
hoe sterk de kleur van deze verse vlinder afwijkt van het reeds aardig versleten
exemplaar uit Luxemburg hier onder.
--------------------------------
Een vrouwtje van de Veldparelmoervlinder. Deze foto's zijn genomen in
Luxemburg maar ook in Nederland is deze vlinder af en toe te vinden. De vlinder
houd van bloemrijke graslanden. Ze hebben een voorkeur voor zonnige plekjes en
bezoeken graag bloemen. Op geschikte plekken kunnen ze dan vrij massaal
voorkomen. Het vrouwtje legt de eitjes in hoge aantallen bij elkaar aan de
onderkant van bladeren. De rupsen blijven bij elkaar in een met zijn alle
gesponnen nest laag tussen de vegetatie. Als voedselplant dienen verschillende
kruidachtige planten zoals Weegbree en Ereprijs. De rupsen overwinteren en
verpoppen in het volgende jaar laag bij de grond. De Veldparelmoervlinder vliegt
meestal in één generatie vanaf mei. Heel soms is er een kleineren tweede
generatie later in het jaar.
Pijlstaarten (Sphingidae)
--------------------------------
Kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum)
Update 2010: Drie nieuwe foto's van de Kolibrievlinder. Deze foto's zijn
gemaakt in Oostenrijk bij de Millstätter See. Op een warme zonnige helling zaten
daar heel veel Kolibrievlinders. Mogelijk dat met het mooie weer en een
zuidelijke aanvoer enkele van deze vlinders of hun nakomelingen Nederland weten
te bereiken.
--------------------------------
De Kolibrievlinder is een dagactieve nachtvlinder ook wel bekend als
Meekrapvlinder of Onrust. Of een vlinder een dag of nachtvlinder is kunt u zien
aan aan de antennes. Bij dagvlinders zit er een knopje aan het eind van de
antenne. Bij nachtvlinders ontbreekt deze. De Kolibrievlinder is afkomstig uit
Zuid-Europa en kan elk jaar in Nederland worden aangetroffen. Tijdens warme
zomers kunnen er vele duizenden in ons land neerstrijken. De vlinder is een zeer
aparte verschijning. Hij beschikt over een gigantische roltong om er al vliegend
nectar mee uit de bloemen te halen. Net als het vogeltje de Kolibrie vandaar de
naam. De vlinder is een uitmuntende vlieger. Zijn vleugelslag is nauwelijks te
zien en hij kan met een snelheid van wel honderd kilometer per uur vliegen.
Dergelijke vliegkunsten vragen om een geweldige hoeveelheid brandstof. De
Kolibrievlinder is dus steeds op zoek naar nectar. Als de vlinder een goede plek
heeft gevonden om bij te tanken dan onthoud hij de plaats en komt er steeds weer
naartoe om bij te vullen. De vlinder verdeelt zijn aandacht over meerdere
struiken. Hij weet precies hoe lang het duurt voor de leeggezogen bloem weer met
nectar is gevuld. Op deze manier is het telkens raak als hij zijn tong in een
bloem steekt. Om de enorme roltong telkens precies in de bloem te steken
beschikt de Kolibrievlinder over twee grote naar voren gerichte ogen. Alleen op
deze manier kan de vlinder met zo'n snelheid en precisie van bloem tot bloem
gaan.
--------------------------------
Tijdens mijn werk was het zonnig met af en toe een prachtige stapelwolk.
Toen ik weer thuis was kwam er na een tijdje een onweersbui over. Ik werp een
blik in de tuin en op de Buddleja vlinderstruik zitten vier Kolibrievlinders!
Tja die kans is te mooi dus in de regen en onweer de bovenstaande foto's
gemaakt. De achtergrond van deze foto's is donker omdat ik gebruik heb gemaakt
van de flits in combinatie met een korte sluitertijd en een hoge diafragma.
--------------------------------
Op de middelste en rechter foto een afgevlogen exemplaar van de
Kolibrievlinder. Er zitten kale plekken op zijn lijf, de vleugelpunten zijn
kapot en zijn staart is er bijna af. Ondanks deze gebreken kan hij nog prima
vliegen en bloemen bezoeken.
Vossen/Aurelia's (Nymphalidae)
--------------------------------
Atalanta (Vanessa atalanta)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Atalanta is een trekvlinder. Die ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa naar
Nederland komt. De vlinders die vliegen in de zomer en herfst zijn nakomelingen
van deze vlinders. Ze bezoeken graag bloemen vooral de Vlinderstruik Buddleja is
erg in trek. Ook het sap van bloedende bomen trekt deze vlinder aan. Als het
klimaat in de herfst kouder wordt proberen de vlinders weg te trekken maar komen
de dan vaak al zeer koude Alpen niet meer over.
--------------------------------
Hier boven de rups van de Atalanta zittend op Brandnetel zijn waardplant. Het
is een grote donkere rups met een gele streep langs de zijkant. Voor zijn
verdediging is hij overdekt met gele doorns. De rups vertoonde heel apart
gedrag. Hij zat in de top van de Brandnetel en klom omlaag. Daarbij zocht hij
systematisch de bladeren af naar zijn uitwerpselen. Elk klontje dat hij tegen
kwam nam hij tussen zijn kaken en met een snelle kop beweging gooide hij het van
het blad af. Op de foto rechts is hij hier mee bezig. Het waren precies deze
uitwerpselen die me op de rups hadden geattendeerd. Ik neem aan dat de opruim
woede van de rups niet voorkomt uit hygiënisch oogpunt maar een strategie is om
geen sporen achter te laten die kunnen duiden op zijn aanwezigheid. Eenmaal
beneden verdween hij in het struik gewas. Mocht u deze of een andere stekelige
rups tegen komen. Blijf er dan van af! De haren en stekels hebben een
irriterende werking en gevoelige of allergische mensen kunnen er flinke
problemen mee krijgen.
--------------------------------
Tijdens zeer zachte winters weten sommige Atalanta's ook in Nederland te
overleven. De vlinder wordt tijdens de winter wel eens gezien wanneer de
omstandigheden dit toelaten. Een beetje zon en zachte temperaturen zorgen ervoor
dat hij ook dan kan vliegen. Omdat de dagen dan erg kort zijn kan zo'n uitstapje
hem duur komen te staan. Als de zon zakt wordt het weer snel erg koud de vlinder
kan hierdoor overvallen worden en verstarren door de kou voor hij een nieuwe
schuilplaats heeft weten te vinden.
Dagpauwoog (Aglais io)
De oude wetenschappelijke naam was (Inachis io)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Een opvallende verschijning is de Dagpauwoog. Van boven is de vlinder
prachtig getekend met twee grote ogen, aan de onderkant is hij zwart. De
Dagpauwoog overwinterd als volwassen vlinder. Ze zijn dan ook al vroeg in het
voorjaar aan te treffen. De eitjes worden gelegd op Brandnetels. Op de middelste
foto zitten de rupsen van de Dagpauwoog. Vanuit een gesponnen spinsel eten ze de
plant kaal. Van de netelharen hebben ze geen last want die knagen ze er gewoon
vanaf. Eenmaal wat groter gaan ze er alleen op uit. Zoals de rups op de rechter
foto. Raak rupsen die behaard zijn of overdekt met doorns nooit aan! De haren en
stekels hebben een irriterende werking en gevoelige of allergische mensen kunnen
er last van krijgen.
--------------------------------
De Dagpauwoog vliegt in twee tot drie generaties. De foto's links en rechts
hierboven zijn gemaakt half oktober en zijn van de derde generatie.
Deze vlinders zoeken een beschut plekje voor de winter en brengen volgend
voorjaar de nieuwe generatie voort. De foto midden langs het kanaal is gemaakt
in augustus deze vlinder is van de tweede generatie. Vlinders die als imago
"vlinder" overwinteren hebben last van zachte kwakkel winters. Als de
temperatuur te hoog wordt dan ontwaken ze tijdens warme winterdagen en verlaten
dan hun schuilplaats. Dit kost veel energie maar in het kale en dorre
winterlandschap zijn maar weinig bloemen te vinden. Als aan het eind van de dag
de zon weer gaat zakken daalt de temperatuur zo snel dat ze niet meer de
mogelijkheid hebben om een schuilplaats op te zoeken. Hierdoor sterven veel
vlinders van de honger en kou. De winter van 2013/2014 was uitzonderlijk zacht
zo zacht zelfs dat in de natuur de meeste planten bleven door bloeien. Er was
dus voedsel aanwezig. Zolang de verschillen tussen koud en warm niet te groot
zijn dan komen de meeste vlinders de winter wel door.
--------------------------------
De Dagpauwoog heeft dan wel een schitterend getekende bovenkant. De onderkant
is volledig anders donker en bijna zwart. Tegen een donkeren achtergrond is dit
een prima schutkleur. Het verschil tussen boven en onderkant is zo extreem dat
iemand die de vlinder niet kent. Zou kunnen denken dat het om een andere soort
gaat.
Distelvlinder (Vanessa cardui)
Deze foto's zijn gemaakt in augustus 2013. Deze vlinder is hier geboren en
vliegt in de herfst weer helemaal terug naar Afrika. Dit is pas zins kort
bekend. De vlinders die vanuit Afrika onze kant op komen vliegen laag en worden
daardoor tijdens hun trek gezien. Maar van de Distelvlinders in de herfst
ontbrak ieder spoor. Niemand zag ze dus ging men er van uit dat ze ten gronde
gingen. Met moderne radar is nu gebleken dat ze ook weer massaal terug vliegen
maar dat doen op een paar kilometer hoogte. Hierdoor heeft niemand dit ooit
kunnen zien. De natuur zit werkelijk knap in elkaar.
--------------------------------
De Distelvlinder is een trekvlinder die vanuit Zuid-Europa ieder jaar naar
Nederland komt. Volgende generaties komen van deze vlinders en verdere aanvoer
vanuit Zuid-Europa. De vlinder kan in gunstige jaren zelfs tot in IJsland komen.
2009 is zo'n jaar duizenden vlinders zijn vanuit het Atlas Gebergte naar het
noorden getrokken. En vele daarvan hebben de lage landen bereikt maar daar
stopte de reis niet. Zelfs in IJsland hebben de mensen ze gezien en vele
honderden zoniet duizenden zullen ten noorden daarvan in de oceaan verdrinken.
Alle vlinders waren flets en misten vaak stukken uit de vleugel. De rechter foto
laat zo'n exemplaar zien. Dit was nog een van de betere met vrijwel intacte
vleugels. De nakomelingen van deze vlinders zullen net zo mooi zijn als de
vlinder op de linker en middelste foto. Deze is in Nederland uitgekomen en heeft
dus niet zo'n barre tocht hoeven te maken. Deze verse vlinder toont een
schitterende kleurenpracht. De rupsen van de Distelvlinder leven van Distels,
vandaar de naam. Al leggen ze hun eieren soms ook op andere planten.
--------------------------------
Op de linker foto de rups van de Distelvlinder. Deze rups is uit een eitje
gekropen dat gelegd is door de vlinders die in het voorjaar van 2009 naar
Nederland zijn gekomen. Hij lijkt er zielig bij te hangen maar niks is minder
waar. Deze rups is volgroeid en klaar om te verpoppen. Hij heeft het puntje van
zijn achterlijf met spinseldraden vastgemaakt aan het blad van de Distel.
Vervolgens laat hij zich daaraan hangen en rust vervolgens een nachtje uit van
het zware werk. Ondertussen vind onder de rupsen huid een vreemde verandering
plaats. Rupsen vervellen regelmatig om te groeien want hun huid groeit niet mee.
De nieuwe jas is steeds een maatje te groot en de rups kan dan weer even
groeien. Echter de vervelling die nu komt is totaal anders. Als de rups nu zijn
oude huid afstroopt komt er geen nieuwe rups te voorschijn maar een vlinder pop
zoals op de middelste foto. Dit is echter ook weer een nieuw soort huid alleen
nu in de vorm van een mal waarin later de vlinder wordt gevormd. De ogen,
vleugels en het achterlijf van de toekomstige vlinder zijn duidelijk te zien. De
rups is hieronder nu nog steeds een rups. Je kan dit zien bij de kop, rug en
vleugels van de pop. Deze zijn doorschijnend en alleen nog maar gevuld met
vloeistof om er de vorm in te krijgen. Na een tijdje droogt de verse pop en
krijgen ook deze plekken kleur zoals op de rechter foto. Later kleurt de pop nog
meer en krimpt iets zodat de toekomstige vlinder er heel krap in zit. De
volwassen vlinder kan dan met het opzetten van zijn spieren de pop laten barsten
langs vooraf bepaalde lijnen. En er zo gemakkelijk uit kruipen. Voor het zover
is volgt in de pop de grote verandering van rups naar vlinder. De organen
verplaatsen zich en passen zich aan voor het verwerken van nectar en het vliegen
door de lucht. De kakken van de rups maken plaats voor de roltong en de de
vleugels vormen zich naar de contouren van de pop. In de wand van de pop zitten
speciale moleculen waar de cellen zich naar richten. De pop is mal en
bouwtekening tegelijk deze wordt door het DNA in de cellen van de rups gelezen.
Elke soort cel van de rups spier, zenuw, huid, etc heeft een andere controle
molecuul in de wand van de pop. Simpel gezegd in kleuren rood bij rood, geel bij
geel, groen bij groen, etc. Het eind resultaat is een prachtige Distelvlinder.
Raak rupsen die behaard zijn of overdekt met doorns nooit aan! De haren en
stekels hebben een irriterende werking en gevoelige of allergische mensen
kunnen er problemen mee krijgen.
Soms gaat hier wat bij mis en ontstaan er misvormingen. Waardoor bijvoorbeeld
de vleugels zich niet goed kunnen ontvouwen. De controle moleculen zijn dan
afwezig geweest of misplaatst. Dit alles luistert zeer nauw en omdat een vlinder
zoveel stadia doorloopt ei, rups, pop en vlinder. Is de kans dat er wat mis gaat
vrij groot. Dit is een van de rede naast de vele natuurlijke vijanden waarom
insecten in het algemeen zo veel eieren leggen.
--------------------------------
Veel vlinders hebben op de onderkant van hun vleugels een schutkleur patroon
zodat als ze stil zitten met gesloten vleugels ze niet opvallen. Bij de
Distelvlinder zou je niet zeggen dat al die mooie kleuren als schutkleur kunnen
dienen tot je er de juiste ondergrond bij plaatst. Kijk maar eens naar de
middelste foto het is dat ik de vlinder er zag landen anders had ik hem er nooit
zien zitten. In Zuid-Europa en Noord-Afrika waar de vlinder vandaan komt kom je
veel van dit soort stenige ondergrond tegen de perfecte camouflage.
Gehakkelde Aurelia (Polygonia c-album)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Gehakkelde Aurelia genoemd vanwege het gerafelde uiterlijk is een
algemene vlinder die veel in tuinen wordt gezien. De vlinder vliegt al vroeg
in het voorjaar tot laat in de herfst. Naast Brandnetel legt het vrouwtje haar
eieren op verschillende soorten bomen en struiken. De rups heeft een witte vlek
over de achterste helft van zijn rug en is bedekt met doorns. De rups lijkt
hierdoor op een vogelpoepje. De rups leeft solitair en verpopt zich vrij hangend
aan een steeltje van de waardplant.
--------------------------------
Opvallend bij de Gehakkelde Aurelia is het extreme verschil tussen de boven
en onderkant. Van bovenaf gezien is het een heel gewone vlinder maar van de
zijkant lijkt hij wel afkomstig van Mars. De vlinder beschikt op deze manier
over een geweldige camouflage. De diepe spleten tussen de vleugels wekken de
indruk dat het om een dood blad of een stuk schors gaat en niet om een vlinder.
Voor deze verdwijn truuk hoeft de vlinder alleen maar zijn vleugels dicht te
vouwen. Natuurlijk dient de achtergrond dan wel een beetje mee te werken. Op
deze gele bloemen zorgt het vooral voor een mooi plaatje.
--------------------------------
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De pop van de Gehakkelde Aurelia is een waar kunst stukje. De verschillende
onderdelen van de vlinder zijn duidelijk te zien in de contouren van de pop.
Maar deze levende disco bal heeft een heel aparte truc om roofdieren af te
schrikken. Een zes tal spiegels ligt op de rug van de pop deze weerkaatsen het
zonlicht. Een vogel schrikt hiervan en laat de pop met rust. Deze spiegels zijn
volmaakt als je goed kijkt zie je de lucht en bomen erin afgebeeld. Het is mij
een compleet raadsel hoe deze spiegels tot stand komen. Dus welke elementen
gebruikt de rups om deze op de poppenhuid te plaatsen. Ze zullen niet van metaal
of glas zijn! De wetenschap kan hier vast wat leren en mogelijk toepassing
hiervoor vinden in ons dagelijks leven. Milieu bewuste recyclebare spiegels?
Een alternatief voor aluminium folie of andere isolatie?
Grote Vos (Nymphalis polychloros)
De Grote Vos is een voor Nederland zeldzame vlinder. Hij was vroeger meer
algemeen maar nu op slechts enkele plekken te vinden. Heel langzaam wordt hij de
laatste jaren iets meer gezien. Een trend die je bij meer soorten ziet terwijl
andere sterk afnemen. De klimaat verandering die ook ons land treft kan daarbij
een rol spelen. Nederland wordt droger en warmer. Regen valt meer in grote
hevige buien en minder aan een stuk waarbij het dagen lang grijs is. De Grote
Vos is letterlijk een Grote Vos. Veel groter dan zijn naamgenoot de Kleine Vos.
Twijfel tussen de twee soorten komt vooral door de gelijkende tekening. De Grote
Vos is qua formaat echt "groot". Met de vleugels open heeft de Kleine Vos op de
bovenste vleugels drie stippen en de Grote Vos vier stippen. De geblokte geel
zwarte vleugel voorrand moet je daarbij even weg denken. In 2014 kwam daar om
het gemakkelijk te maken nog de Oostelijke Vos bij. Deze is van boven fel oranje
zoals de Kleine Vos en heeft ook vier stippen zonder de geblokte geel zwarte
vleugel voorrand mee te tellen. De poten die bij de Grote Vos zwart moeten zijn
en bij de Oostelijke Vos geel vind ik geen goed kenmerk. Op de foto links ziet
u dat de poten van de Grote Vos er in het zonlicht behoorlijk geel uitzien. Van
boven is de Grote Vos duidelijk meer geel vooral het gele golf lijntje langs de
vleugel achterrand valt op.
--------------------------------
De Grote Vos vliegt in een generatie. Ze ontpoppen in juli en vliegen dan
gedurende zomer. Meestal rond bomen zittend op de stam en drinkend van het sap.
Vooral de Berk is in trek net als bij de Oostelijke Vos. Hierboven zit de Grote
Vos op een Spar. De foto's zijn genomen in Duitsland in het Zwarte Woud. Het is
dezelfde vlinder als op de foto's hier boven. De vlinder gaat lang mee en
overwinterd als volwassen vlinder "imago". In het voorjaar worden de eieren in
een cluster op verschillende soorten bomen gelegd. Ze zijn niet erg kieskeurig
wat het des te verwonderlijker maakt dat ze zo zeldzaam zijn geworden. De Grote
Vos is zeer zwerflustig vooral na de ontpopping. Eigenlijk zijn bijna alle
Schoenlappers vlinders die grote afstanden afleggen. Maar bij de bijvoorbeeld de
Distelvlinder en Atalanta zie je een echt doelgerichte trek. Terwijl de Grote en
Oostelijke Vos vooral gaan waar de wind ze heenvoert. Als de heersende wind
altijd uit een kant blaast en van daaruit geen nieuwe aanwas komt. Dan kan dat
mede verklaren waarom de Grote Vos maar in kleine aantallen voorkomt. Immers
door een zeer ongewone Oostelijke stroming zijn bij ons de Oostelijke Vossen
beland. Vanaf het Westen is er bij ons alleen maar zee en oceaan.
Kleine Vos (Aglais urticae)
Mijn tuin in de herfst van 2013. Een ware invasie van Kleine Vossen heeft
bezit genomen van mijn Vlinderstruik. Een werkelijk schitterend schouwspel
gelijkend aan de Distelvlinder invasie van enkele jaren geleden.
--------------------------------
Toen ik deze vlinder van het voorjaar 2009 zag vliegen had ik niet gelijk
door wat het was. De donkere vlinder vloog rap van bloem naar bloem. Pas
dichterbij zag ik dat het een Kleine Vos was. Dat geeft al aan hoe vaak je deze
vlinder tegenwoordig tegen komt. Tot een paar jaar geleden zag je ze overal.
Maar dat is lang niet meer het geval al zijn er in 2009 gelukkig weer wat meer.
Update 2014: In het stukje hierboven ziet u hoe grillig populaties soms kunnen
zijn. Na een dip van een paar jaar zijn er nu weer Kleine Vossen in overvloed
hopelijk houd dit stand.
--------------------------------
De Kleine Vos is/was een algemene vlinder die veel in tuinen wordt gezien. De
vlinder overwinterd vaak op zolders of in schuurtjes. Hij zit dan stil met
dichtgevouwen vleugels. Stoor zo'n vlinder niet zet hem ook niet buiten dat
overleeft hij zeker niet. De vlinder zal vanzelf als het weer warmer wordt
actief worden en de weg naar buiten zoeken. Let eventueel op dat hij niet
achter een gesloten raam komt te zitten dus af en toe even kijken. Ook de
Dagpauwoog vertoont dit gedrag. Op de rechter foto zit een rups van de Kleine
Vos ze leven van Brandnetel. Raak rupsen die behaard zijn of overdekt met doorns
nooit aan! De haren en stekels hebben een irriterende werking en gevoelige of
allergische mensen kunnen er last van krijgen.
--------------------------------
Op de bovenste foto's twee Kleine Vossen die mekaar het hof maken. Het begon
op een Distel op de linker foto. Vandaar op mijn spijkerbroek en eindigde in het
gras. De voorste vlinder is steeds het vrouwtje de achterste het mannetje. Het
mannetje probeerde het vrouwtje te verleiden door met zijn antennes op haar
achterlijf te kloppen. Helaas voor hem maakte een regenbui er een eind aan.
Landkaartje (Araschnia levana)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Zes foto's van het Landkaartje in voorjaars vorm.
--------------------------------
Het Landkaartje dankt zijn naam aan de tekening aan de onderzijde van de
vleugel die iets wegheeft van een landkaart. Dit is de zwarte zomer vorm. De
foto's van de lichter gekleurde oranje lente vorm staan er boven. De twee worden
wel eens aangezien voor verschillende soorten maar zijn dit niet. Het
kleurverschil wordt veroorzaakt door de daglengte in het popstadium. Bij lange
zomerdagen ontstaat de zwarte zomervorm. Bij korte herfstdagen raken de poppen
in overwintering waaruit volgend voorjaar de lichtgekleurde lentevorm komt.
Zoals op de foto hieronder. De oranje lente generatie vliegt vanaf mei tot
begin juni. De zwarte zomer generatie vliegt vanaf midden juli tot september.
Soms ontbreken de oranje lijnen in het zwart bovenop de vleugels hierdoor wordt
hij wel eens verward met de Kleine IJsvogelvlinder of de Grote
Weerschijnvlinder.
--------------------------------
Op de foto's de rupsen van het Landkaartje. Het vrouwtje legt de eieren
onderop Brandnetel bladeren het voedsel van de rupsen. De eieren worden één voor
één op elkaar geplakt in afzonderlijke stapeltjes. De rupsen leven eerst samen
maar als ze wat groter zijn worden ze solitair. Ze bezitten rijen met
doorzichtige doorns en op de kop twee zwarte doorns als een soort gewei. Raak
rupsen die behaard zijn of overdekt met doorns nooit aan! De haren en stekels
hebben een irriterende werking en gevoelige of allergische mensen kunnen er last
van krijgen.
Oostelijke Vos (Nymphalis xanthomelas)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Als u wilt zien hoe de Oostelijke Vos in Nederland is terecht gekomen. Ga dan
naar:
http://www.sat24.com
Kies daar onder de sataliet foto voor: History/Archived images
Als datum neemt u 9 juli 2014 10 uur 's ochtends en dan steeds 1 uur verder.
Om 20:00 uur waren ze in Nederland. Technologie kan werkelijk fantastisch zijn!
--------------------------------
Geen enkel jaar is het zelfde je weet nooit wat voor verrassingen de natuur
in petto heeft. De verrassing van 2014 is zonder twijfel de Oostelijke Vos. De
soort komt uit Oost-Europa. Oost-Polen en Slowakije zijn de meest Westelijke
stand plaats van deze vlinder. Recent zijn ze ook komen aanwaaien in Finland en
nu zijn wij aan de beurt. Al is dat door een werkelijk zeldzame samenkomst van
meteorologische omstandigheden. Immers Oost-Polen is nou niet de meest dichtbije
plek. Een zeer scherpe buienlijn over het noorden van Duitsland tot aan Polen.
Zorgden voor een aanvoer mogelijkheid uit deze streek. En laat nou net de
nieuwe verse Oostelijke Vossen uit de poppen zijn gekomen. De soort is zeer
zerflustig net als zijn broer de Grote Vos en de Rouwmantel. De rest ging
vanzelf de vlinders zijn over een heel smalle aanvoer in ijl tempo naar ons land
geblazen en daar uitgestrooid over de Noordelijke en Kust-provincies vooral in
Noord-Nederland was het raak. De foto's die u hier ziet zijn gemaakt in Drenthe.
Ik had de mazzel er twee tegelijk aan te treffen. Een die bijna puntgaaf is en
eentje die een duidelijk minder fortuinlijke reis achter de rug had. In
Nederland komt als zeldzame standvlinder de bijna gelijkende Grote Vos voor. Het
onderscheid tussen de beide soorten zit hem in een voor de Oostelijke Vos meer
gekartelde vleugel achterrand. En van boven een duidelijk diep oranje kleur. De
Grote Vos is meer geel roestachtig in dat opzicht. Een ander kenmerk is dat de
poten van de Oostelijke Vos meer geel zijn en van de Grote Vos meer zwart. Dit
laatste vind ik geen goed kenmerk omdat afhankelijk van hoe het licht er op valt
ook de poten van de Grote Vos behoorlijk geel kunnen zijn. Voor een echt zekere
determinatie zult u de vlinder met de vleugels open moeten zien. De fel diep
oranje kleur zonder geel erin maakt dan dat het alleen maar een Oostelijke Vos
kan zijn.
--------------------------------
De Oostelijke Vos is een echte boom vlinder. Het is een grote krachtige
vlieger. De vlinder vind de Berk een heerlijke boom om zich rond te vertoeven.
De foto's spreken voor zich met de vleugels dicht op een Ruwe Berk wordt het
heel lastig om hem te zien zitten. Iets hoger op de stam zoals op de foto links
is het al wat makkelijker maar onderop van boven gezien verdwijnt hij tussen de
ruwe schors. Dit zijn verse vlinders ze planten zich na een winterslaap pas
volgend jaar voort. Het zal afwachten worden of er nakomelingen uit voort komen.
Met de Grote Vos gaat het de laatste jaren langzaam wat beter. Misschien zijn er
ook voor de Oostelijke Vos kansen in ons kleine landje.
--------------------------------
De Oostelijke Vos wil voor nectar best bloemen bezoeken maar eigenlijk
drinken ze het liefst sap uit een zieke of beschadigde boom. Hun schutkleur is
daar ook volledig op afgestemd. De Ruwe Berk waar ik deze twee op aantrof was
van onderen stevig aangetast en sap vloeide rijkelijk uit verschillende gaten
onderin de stam. Op de foto rechts ziet u de vlinder er van drinken. Daarbij
zijn ze niet bang aangelegd ze kruipen bijna volledig onder het schors om er bij
te kunnen. Helemaal laag zat de meeste sap en enkele Hoornaars met een
bijzonder slecht humeur. De beide vlinders gingen er echter gewoon op af driftig
met een vleugels knipperend om de Hoornaars af te schrikken. Het kapotte
exemplaar moest dit bijna met zijn leven bekopen want de Hoornaars sprongen
boven op hem. Er volgde een flinke worsteling waarbij hij nog maar net kon
ontkomen veel was er daarna van de vlinder niet meer over. Dat exemplaar zal het
helaas niet lang meer maken. De vlinders drinken grote hoeveelheden van dit
boomsap. En dan moet je wel eens naar het toilet. De vlinder opende daarvoor
zijn vleugels en buigt het achterlijf zo dat de ontlasting niet op zijn vleugels
terecht komt. Op de linker en middelste foto ziet u dit gebeuren.
Vuurvlinders (Lycaenidae)
--------------------------------
Bruine Vuurvlinder (Lycaena tityrus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Update 2009: Boven op de foto's de Bruine Vuurvlinder boven het vrouwtje
onder het mannetje. De foto's zijn van de tweede generatie. Ik bezoek al een
paar jaar een plek waar dit kleine vlindertje voorkomt. Het is een grote open
plek omzoomd door bossen. Deze staat vol met kruidachtige bloeiende planten. Er
wordt nooit gemaaid en dat is te zien aan de aantallen vlinders want ik zie er
ieder jaar meer.
--------------------------------
De Bruine Vuurvlinder leeft op schrale graslanden en heidegebieden in lage
aantallen. Het is de kleinste in Nederland voorkomende Vuurvlinder. Het mannetje
lijkt met zijn bruine kleur op het eerste gezicht wat saai. Maar wie goed kijkt
ziet hoe de vleugels een prachtige blauwe en groene weerschijn hebben,
afhankelijk van hoe het zonlicht de vleugels raakt. De mannetjes hebben een
territorium rondom opvallende bloemen of heidestruik. Waarbij ze een voorkeur
hebben voor witte bloemen. Daar hopen zij bezoek te krijgen van een vrouwtjes
Bruine Vuurvlinder. Het plekje wordt dan ook fel verdedigd zowel tegen
soortgenoten als andere vlinders.
--------------------------------
Bij de meeste vlinders zijn de geslachten vrijwel gelijk van kleur of is
vooral het mannetje opvallend getekend. Bij de Bruine Vuurvlinder is het precies
andersom. Het vrouwtje heeft bovenop haar vleugels het oranje vuur dat het
mannetje moet missen. Vooral de onderkant is bij het vrouwtje prachtig gekleurd
met gele en oranje tinten. Ze legt haar eitjes op Veldzuring. In Nederland
vliegen twee generaties per jaar vanaf half mei en vanaf half juli. De rupsen
van de tweede generatie overwinteren.
Grote Vuurvlinder (Lycaena dispar -batava)
Welke andere kleur als oranje de kleur van ons Koninklijk Huis zou een echt
Nederlandse vlinder moeten hebben? Laat de leeuw niet in zijn hempie staan is
een heel bekende slogan. Maar Leeuwen komen in Nederland niet voor. Wat wel
voorkomt is de Grote Vuurvlinder. Van de Grote Vuurvlinder bestaan verschillende
ondersoorten waarvan Batava de Nederlandse is. Het is ook de grootste en Batava
komt uitsluitend in Nederland voor. Hierboven het mannetje de intense kleur en
vooral de grote maken van deze vlinder een schitterende verschijning. De veel
algemenere Kleine Vuurvlinder is echt veel kleiner en pas bij het zien van
Batava snapt u de naamgeving. Dit vliegende vlammetje straalt werkelijk in het
zonlicht en zijn aanblik is onvergetelijk.
--------------------------------
Update 2009: Tijdens het maken van deze foto's werden de vlieg plaatsen plat
gemaaid. De bloemenweide werden tot over de slootkant geschoren samen met de
daar staande Waterzuring. Het maaisel werd vervolgens op grote hopen gegooid en
verbrand. Niet alleen de Grote Vuurvlinder vloog er de weide zat vol met
Zilveren Maan. Er is over gebeld maar de grond bleek verpacht en er kon
niks tegen gedaan worden. Het was diep treurig en volledig nutteloos want het
maaisel ging samen met alles wat er tussen zat in rook op.
Het mannetje op de linker foto was op een haar na door de grasmaaier
gespaard. Hij zat op een paar Kattestaarten en ging tijdens het maken van foto's
zo op mijn hand zitten. Het vrouwtje op de rechter foto had ook geluk. Ze was
tegen een auto aan gevlogen en ik heb haar van het asfalt opgeraapt. Gelukkig
bleek ze niks te mankeren en na een tijdje op mijn hand te hebben gezeten vloog
ze weg. Ze ging tussen het gras zitten zoals te zien is op de foto's beneden en
later ook weer op de bloemen van het Kattestaart.
--------------------------------
De Grote Vuurvlinder heeft het moeilijk in Nederland. De vlinder vraagt om
een zeer dynamisch en gevarieerd landschap. Hij komt voor in moerassen en wel op
plekken die aan het verlanden zijn op weg naar bos. Tussen moeras en bos zitten
een heel hoop stadia die begint met open water. Kleine deeltjes sediment zakken
naar de bodem waardoor het water steeds ondieper wordt. Hierdoor kunnen zich er
steeds meer planten vormen. Als deze afsterven ontstaat er veen dat uiteindelijk
droog komt te liggen. Daarop en langs groeien allerlei kruidachtige planten die
noodzakelijk zijn voor de vlinder. Waaronder de waardplant Waterzuring en
bloeiende nectar planten. Gaat het verlanden door dan wordt de plek ongeschikt
voor de vlinder. Riet groeit hoog en verstikt de lage bloeiende planten. De
Grote Vuurvlinder kan er dan niet meer vliegen. Vroeger was dit geen probleem
oude vliegplaatsen gingen verloren en daarvoor kwamen weer nieuwe plekjes terug.
De natuur is dynamisch en verandering hoort daarbij. Tegenwoordig ligt de grens
tussen verschillende gebieden en biotopen vast. De natuur wordt hierdoor
statisch en er vormt zich vanzelf het enig mogelijke eindresultaat namelijk bos.
In statische natuur treed geen verjonging meer op. De Grote Vuurvlinder is dus
geheel afhankelijk van hoe de mens zijn leefomgeving beheerd. Want die kan het
eind resultaat weer ongedaan maken waardoor de cyclus zich kan herhalen. Hier
schuilt echter gevaar in want is de mens te grof of te groot schalig bezig dan
worden ook de vlinders hier slachtoffer van. Het gebied dat zich dan vormt zal
steriel en leeg zijn met plantengroei maar zonder deze wonderschone vlinder.
--------------------------------
Het vrouwtje van de Grote Vuurvlinder is van boven iets minder opvallend.
Maar met het strepen patroon nog steeds heel erg mooi. Het vrouwtje legt de
eieren op Waterzuring. De halfvolwassen rups overwinterd onderaan de plant en
vreet zich in het voorjaar verder vol. De pop wordt gevormd tegen een blad van
de waardplant en deze komt begin juli uit. Het vrouwtje op de rechter foto is
dezelfde als die boven rechts op mijn hand zit.
Kleine Vuurvlinder (Lycaena phlaeas)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De familie van de Vuurvlinders bevat verschillende soorten die ernstig
bedreigd zijn. Gelukkig is de Kleine Vuurvlinder hier een uitzondering op. De
Kleine Vuurvlinder is een algemene verschijning in Nederland. Dit vlindertje
vliegt op droge graslanden en heide. De rupsen leven van Schapezuring en
Veldzuring. De Kleine Vuurvlinder is zeer territoriaal en het mannetje verdedigd
zijn plekje fel tegen rivalen en andere vlinders. In Nederland komen meestal
drie generaties per jaar voor. De vlinder kan vrijwel de gehele zomer worden
gezien. Links boven zit het vlammetje op door hitte en vuur aangetaste
vegetatie.
--------------------------------
De Kleine Vuurvlinder kan ook heel onopvallend zijn zo tussen de takken is
het bijna kunst.
--------------------------------
Op de middelste foto het vrouwtje van de Kleine Vuurvlinder. Ze
zat bovenop een Distel op te drogen van het natte weer die dag. Het was bewolkt
en ze bleef rustig op haar knopje zitten zodat ik haar mooi kon fotograferen.
Rechts ziet u dat als de vlinder helemaal met de vleugels dicht zit dit met de
juiste ondergrond en goede schutkleur is.
Weerschijnvlinders (Nymphalidae)
--------------------------------
Grote Weerschijnvlinder (Apatura iris)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
De Grote Weerschijnvlinder is een geheimzinnige vlinder. De mannetjes van
deze soort hebben een paars blauwe weerschijn bovenop de vleugels. Die je alleen
onder een bepaalde hoek van voren te zien krijgt. De Grote
Weerschijnvlinder is een prachtige verschijning die u alleen met veel geluk en
volharding te zien krijgt. Ze leven in vochtige loofbossen helemaal bovenin de
boomtoppen. Ze navigeren het bladerdek zoals andere vlinders over een
bloemenweide vliegen. Zodra ze bij de bosrand komen draaien ze zich om en
vliegen weer terug de bomen in. Veel meer dan een korte blik op de hoog
vliegende vlinder zit er dan niet in. De vlinder begeeft zich slechts zelden
naar beneden. Alleen voor zouten en mineralen kunnen ze vroeg in de morgen op
vochtige bospaden of uitwerpselen gezien worden. Dit is mogelijk omdat ze hoog
in de boomtoppen als eerste van de opkomende zon kunnen genieten en zich
daardoor vlug kunnen opwarmen. De mannetjes bezetten vaak een opvallende boom.
Bij deze bruidsboom komen de vlinders samen. Het vrouwtje leid het mannetje weg
van deze boom en de paring kan enige honderden meters daar vandaan plaatsvinden.
Als waardplant dienen verschillende Wilg soorten. De eieren worden een voor een
op de bovenste bladeren gelegd.
--------------------------------
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Update 2014 foto's van de rups!
De Grote Weerschijnvlinder is een heel aparte vlinder vooral ook als rups en
pop. De rupsen lijken op groene naaktslakken compleet met de steeltjes waar bij
een slak de ogen op zitten. Bij de rups zitten er ook ogen maar die zijn nep!
De echte ogen van de rups zitten vlak bij de kaken onderaan de kop. In rust
zorgt het lijnen spel ervoor dat hij een wordt met het blad de volmaakte
aanpassing. De rups overwinterd langs een takje en is dan bruin
van kleur. In het voorjaar vreet de rups zich verder vol en verpopt zich
onderaan een blad. Deze groene pop is volledig aangepast en lijkt op een
blaadje. Het vraat spoor van de rups is markant. Het puntje en aanhechtingspunt
van het blad blijven behouden. Ook de midden nerf wordt niet gegeten. Voor de
rups begint aan een nieuw vers blad spint hij bovenop het blad een grof matje
van zijde draden. Daar loopt hij dan overheen en eet vervolgens beide zijden van
het blad tot de midden nerf op. De zijde draden dienen als houvast op het gladde
blad. In de wind schudde de zware rups flink heen en weer zo zelfs dat hij het
na een stukje blad wel goed vond en weer naar zijn rustpunt langs het blad
eronder terug keerde. De meeste vlinders vliegen vanaf midden juni tot
halverwege juli. Deze rups is gefotografeerd op 7 juni 2014.
--------------------------------
Twee Grote Weerschijnvlinder mannetjes die zouten zitten te snoepen op het
vochtige wandelpad. Meestal zijn dit verse vlinders. Eenmaal voldaan hebben ze
verder geen zouten meer nodig en wordt de kans ze op de bodem aan te treffen een
stuk kleiner. Ook menselijk zweet is zeer in trek dus stap stevig door als u
naar ze op zoek bent. Het zou zo maar kunnen dat de vlinder dan uit zich zelf
besluit u een bezoek te brengen. Let op de opvallend gekleurde gele tong.
--------------------------------
De Grote Weerschijnvlinder is een fors gebouwde grote vlinder met een
schitterende tekening. De achtervleugels steken ver voorbij het achterlichaam en
vormen samen met de voorvleugels een driehoek. Deze delta vorm stelt de vlinder
in staat om met groot gemak door de boomtoppen te zeilen. De blauwe weerschijn
is het meest opvallend als u de vlinder van voren bekijkt. Dus met zijn kop
naar u toe.
--------------------------------
De Grote Weerschijnvlinder komt vrij algemeen voor in Europa maar nooit in
grote aantallen. In Nederland is de vlinder zeldzaam en maar op een paar
plaatsen te vinden. Er worden hoge eisen aan deze vliegplaatsen gesteld. Soms
loopt het dan door menselijk ingrijpen slecht af met deze vlinder. Het vrouwtje
legt de eieren meestal ver van de eigenlijke vliegplaats. Beheers maatregelen
vaak goed bedoeld voor het in stand houden van het landschap of andere soorten
kunnen dan verkeerd uitpakken. Als de Wilgen waarop de eitjes of rupsen zitten
worden gesnoeid gaat de populatie ten gronde. Ook verjonging van de bossen werkt
vaak tegen deze vlinder aangezien ze de voorkeur geven aan grote oude bomen.
Deze zijn nodig om de wind te breken. Dit zorgt voor een warme en rustige
vliegplaats. Dat de vlinders na het kappen meer worden gezien komt doordat ze
van hun schuilplaatsen zijn beroofd. Dat iets niet of slechts zelden wordt
gezien betekent niet dat het er niet zit. Na paar jaar zakt de populatie dan in
elkaar. Het leefgebied voldoet dan niet meer aan de eisen van de vlinder. Dit
geldt overigens niet alleen voor de Grote Weerschijnvlinder ook andere vlinder
soorten overkomt dit.
Witjes (Pieridea)
--------------------------------
Boswitje (Leptidea sinapis)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Van veel vlinders hoor je dat het slecht gaat. Maar met het Boswitje gaat het
uitstekend sterker nog twintig jaar geleden kwam het Boswitje helemaal niet voor
in Nederland. Het is een soort die aan een noordelijke opmars bezig is en
daarbij nu Nederland heeft bereikt. Het mannetje heeft witte vlekken op zijn
sprietknoppen. Deze ontbreken bij het vrouwtje hieronder. Op de rechter foto
staan twee boswitjes boven het mannetje onder het vrouwtje. Let op de vlekken op
de sprietknoppen van de antennes.
--------------------------------
Op de linker foto ziet u een ei afzettend vrouwtje. Het Boswitje op de
rechter foto is de zelfde als op de linker foto alleen nu hangend aan een
bloempje.
Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)
De vleugels van de Citroenvlinder lijken veel op een blad. De vleugeladeren
zijn de bladnerven. Van dichtbij gezien blijkt dat deze vlinder lang niet zo
teer en kwetsbaar als de meeste andere vlinders. Zijn leefwijze is al net zo
apart als zijn uiterlijk. Op de bovenstaande foto's het mannetje van de
Citroenvlinder deze is geel van kleur. Daarmee is gelijk duidelijk hoe hij aan
zijn naam komt. De rechter foto laat veel details zien. Let op hoe dik deze
vlinder in zijn vacht zit. Zijn poten en antennes zijn behaard en ook langs de
aanhechtingspunten van de vleugel zitten meerdere lagen haar om alles goed af te
dichten. Zelfs op de vleugels zit haar en sommige schubben zijn extra groot om
elkaar te overlappen. Dit alles is nodig om de vlinder te beschermen tegen de
vrieskou in de winter. Alleen aan het uiteinde van de antennes is een opening om
toch de geuren van zijn omgeving te kunnen waarnemen.
--------------------------------
De Citroenvlinder leeft lang voor een vlinder heel erg lang. Ze worden wel
een jaar oud. Deze vlinder maakt in zijn leven elk seizoen mee. Ze vliegt in één
generatie. De vlinders komen in juli uit de pop, waarna zij enkele weken
vliegen. Daarna gaan zij in zomerslaap. Na een korte tweede vliegtijd gaan de
vlinders in winterslaap, waarbij ze open en bloot aan de takken hangen. Vandaar
die dikke vacht. In het vroege voorjaar verschijnen de vlinders voor een derde
vliegtijd, paren en zetten de eieren af. Sommige mensen denken dat de
Citroenvlinders die ze zien vliegen steeds verse exemplaren zijn van een nieuwe
generatie. Wat ze eigenlijk zien is dezelfde vlinder die weer even kort actief
is. Om tijdens de perioden van rust niet op te vallen. Heeft de vlinder zich
aangepast om op te gaan in zijn omgeving. Hangend aan een blaadje wordt hij één
met de struik.
--------------------------------
Het vrouwtje van de Citroenvlinder is wit. Met dichte vleugels ook wel crème
en een beetje groen. Afhankelijk van hoe het licht de vlinder raakt. Op de
foto's het vrouwtje dat hier nectar drinkt uit verschillende bloemen. Het
vrouwtje legt haar eieren op Wegedoorn en Sporkehout.
Groot Geaderd Witje (Aporia crataegi)
Vlinders zijn erg gevoelig voor menselijk ingrijpen. Het Groot Geaderd Witje
is daar het perfecte voorbeeld van. De vlinder is tegenwoordig uitgestorven in
Nederland. Vroeger was de vlinder echter soms zo talrijk dat er waren rupsen
plagen door ontstonden die grote schade aanrichten. De rupsen werden bestreden
met grote hoeveelheden gif waardoor de populatie instortte. Het Groot Geaderd
Witje is een zwerflustige vlinder en het vrouwtje legt grote hoeveelheden
eieren. Toch kon de vlinder zich niet herstellen zelfs niet nadat gestopt was
met de bestrijding ervan. En dat terwijl het biotoop hier in Nederland vrij
gunstig is voor deze vlinder. Helaas zie je dit bij meer vlinders die nog maar
in een kleine populatie voorkomen. Vaak ben ik op plaatsen waarvan je zou
verwachten dat er veel vlinders zitten. En vervolgens blijken die er niet te
zijn.
Groot Koolwitje (Pieris brassicae)
Het Groot Koolwitje is een zeer algemene vlinder waarvan de rupsen op
Kruisbloemigen, bij voorkeur gekweekte kool leeft. Het Groot Koolwitje leeft in
twee of meer generaties. De vlinder vertoont in sommige jaren trekgedrag. Op de
middelste foto een koppeltje Groot Koolwitjes de bovenste is het mannetje het
onderste exemplaar is het vrouwtje.
--------------------------------
Met een beetje tegenlicht zoals op de rechter foto ziet u de structuur van
de vleugels. Er zit een grijze tot zwarte bestuiving aan de buitenkant van de
vleugels. Net peper op een eitje.
Klein Geaderd Witje (Pieris napi)
Het Klein Geaderd Witje een van de meest voorkomende vlinders in Nederland.
Als u in uw tuin een witje ziet vliegen is de kans groot dat het dit vlindertje
is. Op de rechter foto een koppeltje zittend op een Distel. De onderste is het
vrouwtje het bovenste exemplaar is het mannetje.
--------------------------------
Het Klein Geaderd Witje drinkt graag nectar en bezoekt hiervoor veel
verschillende bloemen. Op de middelste foto ziet u hoe de vlinder zich afzet om
weer naar een nieuwe bloem te vliegen. Deze sprongen kunnen behoorlijk hoog zijn
en zorgen ervoor dat de vlinder zijn vleugels vrij kan bewegen tijdens het
weg vliegen.
--------------------------------
Op de foto in het midden twee mannetjes vlinders. Ze zitten op een natte plek
op de grond. Met hun roltong zuigen ze mineralen en zouten op uit de grond die
nodig zijn voor de paring. Het Geaderd Witje is maar een hele simpele vlinder
zoals te zien is aan het exemplaar met zijn vleugels open op de rechter foto. Op
de foto links is ziet u dat zelfs deze eenvoudige vlinder met een beetje zon en
schaduw werkelijk kan stralen.
Klein Koolwitje (Pieris rapae)
Klein Koolwitje ook een zeer algemene vlinder waarvan de rupsen op
Kruisbloemigen, bij voorkeur gekweekte kool leeft. Ik had best even moeite om
aan de hand van deze foto's te zeggen of het om het Groot Koolwitje of het Klein
Koolwitje ging. Maar als u goed kijkt ziet u dat bij het Groot Koolwitje. De
zwarte vlek op de bovenkant van de voorvleugelpunt doorloopt langs de
vleugelrand naar beneden tot voorbij de zwarte vlek op het midden van de
voorvleugels. Bij het Klein Koolwitje hierboven loopt de vlek niet tot beneden
de zwarte vlek op het midden van de voorvleugels. Wat extra lastig te zien is
omdat op de foto's de vlinders met de vleugels dicht zitten. Op de middelste
en rechter foto een koppeltje Klein Koolwitjes de linker is het mannetje de
rechter het vrouwtje. Beide foto's zijn hetzelfde koppeltje. Zelfs tijdens de
paring kunnen ze nog vliegen het mannetje nam het vrouwtje gewoon op sleeptouw.
--------------------------------
Vlinders hebben niet alleen nectar nodig. Voor de voortplanting zijn vaak
zouten en mineralen nodig. Deze dienen vloeibaar aanwezig te zijn zodat de
vlinder ze met zijn roltong kan opzuigen. Op de boven staande foto zitten
mannetjes van het Klein Koolwitje deze zouten op te drinken bij een modderpoel.
Omdat dit soort plekjes maar weinig voorkomen kan het zijn dat de grond er dan
werkelijk bezaait is met vlinders.
Oranjetipje (Anthocharis cardamines)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Hierboven drie foto's van het mannetje Oranjetipje. Ziet u de spin op de
rechter foto? Er zit ook een eitje van het Oranjetipje ter hoogte van de spin op
een bloemstengeltje. Het Oranjetipje vliegt al vroeg in het voorjaar. Vanaf
maart is deze vrolijke vlinder al te bewonderen. Het mannetje vliegt dan op en
neer het natte grasland af op zoek naar een vrouwtje. Het Oranjetipje vliegt in
één generatie.
--------------------------------
In het midden en rechts Het vrouwtje van het Oranjetipje zittend op een
Pinksterbloem midden en Koolzaad rechts. Zij mist de karakteristieke oranje
gekleurde voorvleugeltip van het mannetje op de linker foto. De Pinksterbloem en
het Oranjetipje zijn nauw met elkaar verbonden. De vlinders snoepen van de
nectar uit de roze bloemen. Tevens zet het vrouwtje haar eitjes af op deze
plant. De rups leeft van de bloemknoppen en zaaddozen. De rupsen leven solitair
en eten zelfs elkaar op in het geval dat ze mekaar tegenkomen. Het Oranjetipje
overwinterd als gordelpop tegen een takje.
Oranje Luzernevlinder (Colias croceus)
Update 2009: Naast de vele duizenden Distelvlinders die dit jaar naar ons
land zijn gekomen. Valt nu eind juli ook de grote hoeveelheid Oranje
Luzernevlinders op. Deze mooie fel gekleurde vlinder kan nu door vrijwel het
hele land worden gezien.
--------------------------------
De Oranje Luzernevlinder is een echte trekvlinder. De soort is een zwerver
die extreem grote afstanden aflegt. De Oranje Luzernevlinder komt uit
Zuid-Europa. De soort wordt het meest in Nederland gezien als het mooi warm
zomerweer is en er een tijdje een flinke wind uit het zuiden staat die de
vlinders meevoert. De vlinder is erg onrustig en zit zelden stil. De vlinders
planten zich hier ook voort en leggen hun eieren op Luzerne en verschillende
andere Klaver soorten en vlinderbloemigen. Zolang de temperatuur goed blijft
gedijen de rupsen en poppen en komen daaruit steeds weer nieuwe vlinders. Zodra
het herfst wordt en de temperatuur zakt gaat alles zowel vlinder als rups ten
gronden. Tijdens goede jaren kan de Oranje Luzerne vlinder tot ver in oktober
rond vliegen.
Zandoogjes (Nymphalidae, Satyrinae)
--------------------------------
Argusvlinder (Lasiommata megera)
De Argusvlinder komt voor op ruige grazige terreinen. De vlinder kan goed
overweg met een open landschap. Maar als er een verhoging is in het landschap.
Een beetje beschut en in de zon dan zijn ze daar veel te vinden. Op de bovenste
foto's zit het mannetje. Hij heeft een grote bruine geurstreep bovenop de
voorvleugel deze ontbreekt bij het vrouwtje hieronder. De Argusvlinder zit vaak
op de grond. Met de vleugels dicht is hij dan erg lastig te zien.
--------------------------------
Het vrouwtje is iets groter dan het mannetje en heeft een lichtgekleurde vlek
bovenop de voorvleugeltip. Verder mist zij de geurstreep. Op de linker foto
zoekt een mannetje toenadering tot een vrouwtjes Argusvlinder. Het bovenste
exemplaar is het mannetje. De vlinders trillen hevig met hun vleugels vandaar de
bewegings onscherpte op de foto. Het vrouwtje plakt de eitjes aan de sprieten
van verschillende grassoorten. De Argusvlinder overwinterd als rups en vliegt in
twee soms drie generaties.
Dambordje (Melanargia galathea)
Het Dambordje is in Nederland een zeldzame zwerver die slechts af en toe
wordt gezien. De vlinder komt hier van nature niet voor. Ze is vooral te
vinden in Midden en Zuid-Europa op schrale graslanden. Het mannetje van het
Dambordje is aan de onderkant helder wit met zwarte vlekken. Ook de damstenen
ontbreken niet. Echter bovenop zijn ze bij het mannetje wel eens vergeten. De
foto's tonen een mannetje Dambordje zittend op een Distel.
--------------------------------
Het vrouwtje Dambordje heeft aan de onderkant meer een crème kleur. De
damstenen zitten bij het vrouwtje ook op de bovenkant. Dambordjes drinken graag
nectar en als bloeiende planten schaars zijn zitten er op de planten die wel
bloeien vaak meerdere vlinders. Op de rechter foto zitten drie vrouwtjes op een
Distel. Er stonden hier een paar Distel planten de rest was weggemaaid. Op elke
bloem zaten een of twee Dambordjes. Net als bij de meeste Zandoogjes worden de
eieren op verschillende smalbladige grassen gelegd. De rups overwinterd zonder
te eten. Pas in het voorjaar begint de rups van het verse gras te snoepen. De
vlinders verschijnen vanaf juni en vliegen in één generatie.
Heivlinder (Hipparchia semele)
De Heivlinder komt voor op droge heide, stuifzand en droge graslanden. Op de
linker foto een koppeltje Heivlinders. De linker vlinder is het vrouwtje de
vlinder rechts het mannetje. De vlinders houden zich graag op in de schaduw van
vrijstaande bomen. Meestal zitten ze op de stam van de boom of op de grond er
omheen. Met dichtgevouwen vleugels valt de Heivlinder dan nauwelijks op.
Tenminste als de vlinder daadwerkelijk op een boom gaat zitten. De
vlinder op de rechter foto ging zitten op een bewegwijseringspaaltje van een
ruiter route. Niet erg onopvallend wel een leuke foto. Als u stilstaat bij deze
vlinder is de kans erg groot dat uw broekspijp ook tot boom verklaard wordt.
--------------------------------
Hierboven zie je de schutkleuren van de vlinder in werking. Vooral op zijn
zij liggend tegen de ruwe Berkenstam maken hem bijna onzichtbaar. De eitjes
worden door het vrouwtje al kruipend op verschillende soorten smalbladige
grassen gelegd. De Heivlinder vliegt in één generatie vanaf midden juli.
Kleine Heivlinder (Hipparchia statilinus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Nederland beschikt over enkele bijzondere en unieke vlinders. De Kleine
Heivlinder is er zo een. De vlinder zelf is vrij saai en grijs maar het is
vooral het verhaal er achter dat deze soort bijzonder maakt. Deze vlinder is
extreem zeldzaam en elk jaar zijn er weer minder. De soort zit in Nederland aan
de noordkant van zijn verspreidingsgebied. In Zuid-Europa komen ze veel meer
voor. De Nederlandse vlinders leven echter al heel lang geïsoleerd van de rest
van de populaties in andere landen. Het is een steppe bewoner die houd van droge
stuifzand velden met een zeer schaarse vegetatie. Ze vliegen samen met de
Heivlinder op de rechter foto staan zowel de Kleine Heivlinder als de
Heivlinder.
--------------------------------
De vlinders zitten schuin op de grond met dichte vleugels. Ze hangen naar een
kant gericht op de zon. Als twee vlinders elkaar tegenkomen vliegen ze al om
elkaar heen draaiend recht omhoog. Om daarna weer uit elkaar neer te dalen. De
Kleine Heivlinder legt haar eieren op Buntgras een zeer voedselarm plantje. Ze
overwinterd als rups en heeft de gehele zomer nodig om genoeg te kunnen eten
voor de verandering in volwassen vlinder. Ze is een van de laatste vlinders die
rond vliegen tijdens een zeer korte vliegtijd. Deze loopt van begin augustus tot
begin september in één generatie.
--------------------------------
Er zijn verschillende reden aan te wijzen waarom het zo slecht gaat met deze
vlinder. De Kleine Heivlinder houd van een landschap met plukjes Buntgras met
daartussen kaal zand. Dit kale zand wordt steeds meer begroeid met verschillende
mos soorten. Hierdoor is er geen plaats meer voor de vlinder. Persoonlijk denk ik
dat vooral de toegenomen recreatie flink bijdraagt aan de achteruitgang.
Tegenwoordig zijn mensen mobiel genoeg en hebben tijd en geld om er in de natuur
op uit te trekken. Ook deze website is daar een voorbeeld van. Iemand van mijn
positie zou vroeger nooit zo'n hobby hebben gehad. De directe vliegplaats wordt
doorkruist door enkele drukke wandelpaden en ook het stuifzand zelf is vrij
toegankelijk. Eén enkele voetstap op een plukje Buntgras met een rups erin is
genoeg om deze te doden. Op zo'n kleine populatie komt dat hard aan. Ook zijn er
door beheersmaatregelen stukken weggeveegd om deze te ontdoen van het mos. Maar
dit is vrij grootschalig aangepakt wat herbevolking lastig maakt. Aangezien deze
vlinder ook in het gebied zelf zeer lokaal voorkomt zou het afrasteren van deze
plek misschien enig respijt bieden. De vlinders zouden zich al vliegend hier
weinig van aantrekken. Maar het bied in ieder geval een rustig plekje voor een
deel van de rupsen. Militaire oefenterreinen zijn hier een mooi voorbeeld van.
Deze zijn ontoegankelijk voor het publiek en Jan soldaat loopt altijd zijn vaste
rondjes. Daardoor zijn er plekken waar al tientallen jaren geen mens is geweest.
Vlak in de buurt ligt een groot militair gebied mogelijk dat daar nog wat meer
Kleine Heivlinders te vinden zijn.
Hooibeestje (Coenonympha pamphilus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Hooibeestje behoord tot de kleinste vlindertjes binnen de Zandoogjes.
Hij leeft op graslanden, heidevelden en veengebieden onder uiteenlopende
omstandigheden. Het Hooibeestje vliegt meestal in meerdere generaties per jaar
afhankelijk van waar hij voorkomt. De rupsen leven van verschillende
grassoorten en zijn daar niet bepaald kieskeurig in. Het Hooibeestje zit nooit
met zijn vleugels open. Tijdens het zonnen richt het vlindertje zijn flank op de
zon. Het lijkt dan soms of de vlinder op zijn zij in het gras ligt.
--------------------------------
Het Hooibeestje bezoekt graag bloemen al zijn die op de wat drogere
vliegplaatsen niet altijd ruim voorhanden.
Koevinkje (Aphtantopus hyperantus)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Koevinkje komt voor op beschutte grazige plekken in en aan de rand van
bos. De vlinder houd van een structuurrijk landschap. Het Koevinkje bezoekt
graag bloemen zoals die van Bramen en Distels. Op de middelste foto een
mannetje. Bij hem zijn bovenop de vleugels de stippen minder goed te zien dan
bij het vrouwtje. Hij moet het op de voorste vleugels met twee vlekken stellen
terwijl het vrouwtje drie vlekken heeft. Het vrouwtje laat de eitjes vaak in de
vlucht tussen het gras vallen. De rupsen houden van voedselrijke grassoorten.
Het Koevinkje overwinterd als rups en vliegt in één generatie vanaf juni.
--------------------------------
Een vers Koevinkje is een hele donkere vlinder tegen zwart aan. Later als de
vlinder ouder wordt verslijt de intense kleur. Op de foto in het midden weer een
mannetje maar nu een stuk ouder. Afhankelijk van de weers omstandigheden kleurt
de vlinder ook anders. De foto rechts is genomen onder bewolkt weer wat de
kleuren nog dieper maakt. Zittend in het zonnetje is de vlinder veel lichter en
de haren hebben dan een prachtige gouden glans.
Bont Zandoogje (Pararge aegeria)
Driedimensionaal! Gebruik uw 3D bril.
--------------------------------
Het Bonte Zandoogje is een vlinder die vroeger vooral in de bossen werd
aangetroffen. Tegenwoordig zie je deze vlinder echter overal waar door
begroeiing wat halfschaduw te vinden is. Van parken tot uw tuin met het Bont
Zandoogje gaat het erg goed. Vlinders leven niet alleen van bloemen nectar. Ook
andere sappen van vruchten, bessen, boomsap en honingdauw vinden ze erg lekker.
Op de linker foto zit een Bont Zandoogje van een beschadigde bes te snoepen.
Vlinders hebben geen tanden of kaken en kunnen dus zelf geen gaatje in een bes
maken.
--------------------------------
De haren van het Bont Zandoogje hebben in het zonlicht vaak een polarisatie
glans zoals op de linker foto is te zien. De mannetjes zijn erg territoriaal. Ze
bezetten een stukje grond met een uitkijk post in de zon. Ze verdedigen dit
plekje fel tegen rivalen. Hierdoor laat de vlinder zich gemakkelijk bekijken
want hij vliegt bij verstoring nooit ver weg. Er zijn meerdere generaties per
jaar en u kunt ze de hele zomer aantreffen.
Bruin Zandoogje (Maniola jurtina)
Het Bruin Zandoogje is een wijd verbreide soort die leeft op kruidenrijke
graslanden en bermen. De vlinders zitten meestal verscholen tussen het gras. Als
de zon gaat schijnen komen ze te voorschijn. De rupsen leven van verschillende
grassen.
--------------------------------
Een koppeltje Bruin Zandoogjes tijdens de paring. Het licht gekleurde
exemplaar is het vrouwtje. Het mannetje is wat donkerder van kleur en de band is
wat minder opvallend. Op de linker foto hangt hij er maar een beetje bij.
Later op de middelste foto bleken ze te zijn verhuist naar een wat rianter
onderkomen.
Oranje Zandoogje (Pyronia tithonus)
Het Oranje Zandoogje is een vlinder van bosranden en ruige graslanden.
De vlinder op de rechter foto is het mannetje hij heeft een bruine geurstreep
bovenop de voorvleugel. Bij het vrouwtje op de linker foto ontbreekt deze. De
foto links en midden zijn dezelfde vlinder gefotografeerd op een mistige morgen.
De dauwdruppels hangen nog aan de vlinder. De rupsen van het Oranje Zandoogje
leven van verschillende zachte gras soorten. Ze overwinteren in een graspol
waarin in het volgende jaar ook de verpopping plaats vind. Het Oranje Zandoogje
vliegt in één generatie vanaf midden juni.
--------------------------------
Een Oranje Zandoogje zittend op de rand van een Bramenbloem. De vlinder heeft
de voor en achtervleugel ver uit elkaar en buigt iets door. Bij het nemen van de
foto vloog ze weg maar ik was haar een fractie van een seconde voor.
| Home | Wolbij | Vlinders | Libellen | Amfibieën | Reptielen | Gastenboek | Links |
|